dienen apart te worden afgevoerd.
Spoel de binnenkant van het apparaat en de onderdelen af
met lauw water met een mild schoonmaakmiddel en laat het
drogen.
Controleer na het plaatsen of het apparaat niet op het aan-
sluitsnoer staat.
Gebruik het apparaat niet wanneer het zichtbaar beschadigd
is of wanneer het netsnoer resp. de stekker defect is.
5.3.2. Plaats van opstelling
LET OP!
Gevaar voor beschadiging.
Gevaar voor schade aan het apparaat door onjuiste be-
diening.
Plaats de vrieskast in een droge en goed geventileerde ruim-
te. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
Het apparaat werkt zonder problemen bij een omgevings-
temperatuur van +10°C tot +32°C.
WAARSCHUWING!
Brandgevaar.
Onvoldoende luchtcirculatie kan leiden tot oververhit-
ting.
Voor voldoende ventilatie moet een afstand van minimaal 30
cm tot het plafond en 20 cm van de wanden worden aange-
houden.
Monteer de meegeleverde afstandshouders aan de achter-
kant om voldoende ventilatie te waarborgen.
Niet in de buurt plaatsen van warmtebronnen zoals fornui-
zen, verwarmingen, vloerverwarming etc. Als plaatsing in de
buurt van een warmtebron niet kan worden vermeden, ge-
bruik dan een geschikte isolatieplaat of houd de volgende mi-
10