wLSN | Referentiegids | 9.0 wLSN-trillingsmelder
9.1.1
Gevoeligheid van zware trilling-instelling
De zware trilling-instelling meet trillingsactiviteit gedurende een
vastgestelde periode. Er zijn vier instellingen:
•
Laag
•
Laag tot gemiddeld
•
Gemiddeld tot hoog
•
Hoog
Deze instellingen bepalen de tijdsperiode waarin de
trillingsactiviteit wordt gemeten.
9.1.2
Lichte trilling
De programmering in de inbraakcentrale bepaalt hoeveel
herhaalde tikken (enkele trillingen) die door de sensor worden
gedetecteerd wijzen op een lichte trilling. De lichte trilling-
instelling kan worden in- en uitgeschakeld. Wanneer deze is
ingeschakeld zijn er twee instellingen:
•
Vier tikken
•
Acht tikken
Bij een tik begint een timer van 90 sec te lopen. Als de tikken
hoger zijn dan vier of acht binnen 90 sec, dan wordt een alarm
doorgegeven.
Een enkele tik zoals een tak die in de wind lichtjes tegen
het raam aankomt, kan de lichte trillings-timer in gang
zetten, waarna de tikken worden geteld. Om ongewenste
alarmen te voorkomen, wordt het aanbevolen de lichte
trillings-instelling niet te gebruiken in omgevingen met
sporadische trillingen.
9.2
Testmodus
De unit bevindt zich de eerste 10 minuten na het opstarten
automatisch in testmodus.
De groene LED knippert:
•
Eenmaal om aan te geven dat de initialisatie is voltooid en dat
de unit zich in testmodus bevindt
•
Tweemaal om een lichte trilling-test aan te geven
•
Driemaal om een zware trilling-test aan te geven
38
Bosch Security Systems, Inc. | 3/07 | F01U026478-01