3.
Voorbereidingen voor in gebruik name.
Voor de ingebruikname dient de motor van OLIE en BRANDSTOF te worden voorzien. Let U hierbij op
de specificaties welke door de fabrikant van de motor worden voorgeschreven, zoals de
garantiebepalingen en brandstofmerken.
4.
In gebruikname en opslag.
Voor het starten dient de schakelhendel voor de draairichting van de borstel in de middelste stand te
worden geplaatst. Bij het inschalen van de borstel dient u de duwboom goed vast te houden omdat de
machine een reactie beweging maakt tijdens het schakelen.
Na gebruik dient de keuzeschakelaar van de borstelinstelling weer in de middelstand te worden
geplaatst. De motor wordt uitgeschakeld d.m.v de gashendel.
Wordt de veegmachine na gebruik weggezet, dan moet de borstel ontlast worden, zo dat de borstel
niet vervormt. De steunwiel houder (onder de borstel) is zo gemaakt, dat deze ook functioneert als
opkrik standaard. Om de borstel te ontlasten moet u de duwboom naar beneden drukken, zover dat
de borstel ca. 25 cm van de grond afzit. Daarbij zwenkt de steunwiel houder naar beneden. Nu laat u
de borstel weer zakken totdat het steunwiel weer contact maakt met de grond en trekt u de machine
ongeveer 10 cm achteruit. Nu staat de machine zo dat de borstel is ontlast.
Door simpel weg de machine naar voren te duwen komt de borstel weer in contact met de grond en
kunt u weer vegen.
5.
Onderhoud.
Onderhoud van de motor.
Voor het onderhoud aan de motor gelden in principe de aanwijzingen zoals die zijn omschreven in het
onderhoudsboekje van de motorfabrikant. Teneinde het optimaal functioneren van de veegmachine te
waarborgen dient naast de genoemde aanwijzingen ook aan de bijzondere eisen die aan een
veegmachine worden gesteld aandacht te worden geschonken. (b.v. aan het luchtfilter dient onder
zeer stoffige omstandigheden meer aandacht te worden geschonken dan onder normale
omstandigheden. Het filter dient vaker te worden gereinigd respectievelijk te worden vervangen).
Verwisselen van de borstelsegmenten.
Om de borstel te verwisselen dient u aan de onderzijde van de borstel, per segment twee M10
moeren los te draaien. Het is overigens zinvol niet alle segmenten tegelijk los te draaien maar één
voor één te verwisselen.
Afstellen van de aandrijfriem.
De spanning van de aandrijfriem kan worden ingesteld m.b.v. een stelschroef (pos c). Omdat hierbij
de totale motor opbouw wordt verschoven dient u eerst de 4 moeren (pos d) los te draaien, en na het
instellen van de juiste aandrijfriem spanning, deze zorgvuldig weer vast te zetten.