8. Afrekenen met verschillende betaalwijze
Na registratie van de verkopen, voer het bedrag in op iedere betaaltoets bij verschillende wijze van betaling.
Voorbeeld: 65,00€ op departement 1, betaalt contant bedrag=15,00€, 20,00€ met cheque, 30,00€ met kaart. Sleutel
op REG.
6 5 00
DEPT1
Nota: Altijd eindigen met de betaaltoetsen CH of CR omdat hier geen gedeelde betaling werkt.
9. %- korting op een artikel
Geef een korting na het registreren van een artikel, voer de korting in zonder decimalen en druk op de toets %-.
Voorbeeld: 15,00€ op depart1, korting 10 % dus 1,50€ korting op het bedrag.
Sleutel op REG.
1 5 00
DEPT1
1 0
10. %- korting op het totaal van de verkoop
Na het beëindigen van de verkopen met de toets SUBTOTAAL, voer de %- korting uit zonder rekening te houden met
de decimalen.
Voorbeeld: 15,00€ op departement 1, 5,00€ op departement 5, korting 5 % op de totale verkoop, dus 1,00€ korting en
betaling met cheque.
Sleutel op REG.
Tik
1 5 00
DEPT1
11. Vermindering op een departement
Na de verkoop op een departement een mindering toekennen, druk op de toets
Voorbeeld: 15,00€ op dept1, mindering 1,00€ met contante betaling.
Sleutel op REG.
Tik
1 5 00
DEPT1
1 5 00
CA/AMT.TEND
%-
CA/AMT.TEND
5 0 0
DEPT5
1 0 0
-
2 0 00
CHK
SUBTOTAL
5
CA/AMT.TEND
6
CH
%-
CHK
-