Inbouw
vervolg
Opmerking
De geleidbaarheidselektrode is bedoeld voor inbouw in leidingen.
n
De geleidbaarheidselektrode wordt in een mof ingebouwd, in een meetkamer of in een
n
montageflens.
Houd voor de in- en uitbouw van de geleidbaarheidselektrode een benodigde vrije
n
ruimte van 50 mm aan.
Opgelet
Geleidbaarheidselektrode horizontaal of schuin inbouwen. De meetoppervlakken
n
moeten constant zijn ondergedompeld.
De afdichtingsoppervlakken van de schroefdraadaansluiting moeten in een technisch
n
optimale conditie verkeren.
Alleen de meegeleverde afdichtingring 21 x 26, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankge-
n
gloeid mag worden gebruikt.
Elektrodeschroefdraad niet met hennep of PTFE-band afdichten!
n
Het elektrodeschroefdraad niet met geleidende pasta's of vetten insmeren!
n
Het gespecificeerde aandraaimoment moet absoluut worden aangehouden.
n
Tussen het onderste uiteinde van de meetbuis en de buiswand moet een afstand van
n
ca. 15 mm worden aangehouden.
Meetelektrode en meetbuis niet inkorten.
n
Geleidbaarheidselektrode monteren
1. Afdichtende vlakken controleren. Fig. 3
2. Meegeleverde afdichtingring 3 op het afdichtoppervlak van de schroefdraadaansluiting plaatsen.
3. Elektrodeschroefdraad 3 met een kleine hoeveelheid temperatuurbestendig siliconenvet insmeren
(bijv. WINIX
®
2150).
4. Geleidbaarheidselektrode in de schroefdraadaansluiting schroeven en met steeksleutel SW 27
vastdraaien. Het aandraaimoment is in koude toestand 110 Nm.
Legenda
1
M 12 sensorstekker, 5-polig, A-gecodeerd
2
Elektrodeschroefdraad G ½ A, ISO 228
3
Meetbuis
4
Meetoppervlakken
5
Afdichtingring 21 x 26, vorm D, DIN 7603, 1.4301, blankgegloeid
Gereedschappen
Steeksleutel SW 27
n
9