Breng een geschikte adapter aan in de 3/8 npt filteruitlaat
(model 240183 heeft een 1/2 npt inlaat). Installeer het filter
vervolgens ergens achter de vloeistofuitlaat van de pomp.
Breng een geschikte adapter aan in de filteruitlaat. Modellen
236789, 237480, 237481, 238782, 241107 en 248851 hebben
een 3/8 npt uitlaat en model 240183 heeft een 1/2 npt uitlaat;
de anderen hebben een uitlaat van 1/4 npt. Sluit de spuit-
slang aan op de filteruitlaat.
Filterset 248851 installeren op de ProMixt
Easy met HydraMixt pompen
1.
Verwijder het kniestuk (A) van de pompuitlaat. Installeer
hem op de filteruitlaat (B). Zie afb. 1.
2.
Installeer het complete filter op de pomp door het
kniestuk van het filter (5) in de pompuitlaat te schroeven.
3.
Roteer de pomp en de buis zodat ze goed tegenover
elkaar komen te zitten en sluit de buis aan op de filter-
uitlaat.
Drukontlastingsprocedure
WAARSCHUWING
INJECTIEGEVAAR
Het systeem moet handmatig worden ontlast
om te voorkomen dat het onverhoeds start
of gaat spuiten. Materiaal onder hoge druk
kan door de huid worden geïnjecteerd en ernstig letsel
veroorzaken. Om het risico van letsel als gevolg van
vloeistofinjectie, vloeistofspatten of bewegende onder-
delen te verkleinen, dient u de Drukontlastingsproce-
dure te volgen telkens als u:
D leest dat de druk moet worden ontlast,
D ophoudt met spuiten,
D het systeem of een deel van het apparaat nakijkt
of er onderhoud aan pleegt,
D een spuittip aanbrengt of reinigt.
Installatie
A
Afb. 1
Bediening
1.
Vergrendel het pistool met de veiligheidspal.
2.
Schakel de stroom naar de pomp uit.
3.
Draai alle zelfontlastende luchtkranen dicht.
4.
Haal het pistool van de veiligheidsvergrendeling af.
5.
Houd een metalen deel van het pistool stevig tegen de
zijkant van een geaarde metalen bak en haal de trekker
van het pistool over om de druk te ontlasten.
6.
Vergrendel het pistool met de veiligheidspal.
7.
Open de aftapkraan of aftapkranen van het systeem,
en houd een vat klaar om het aflopende materiaal
in op te vangen.
OPMERKING: Sommige modellen zijn voorzien van een
8.
Laat het (de) ontlastventiel(en) open staan, totdat u weer
gaat spuiten.
Als u het vermoeden hebt dat de spuittip of de slang volledig
verstopt zit of dat de druk niet volledig ontlast is nadat u de
bovenstaande stappen heeft gevolgd, draai dan de borgmoer
van de tipbeveiliging of het koppelstuk van de slang heel
langzaam los en ontlast zo de druk geleidelijk; draai vervol-
gens de moer of de het koppelstuk van de slang helemaal
los. U kunt nu de tip of de slang reinigen.
5
4
3
B
aftapkraan (12). Zie de onderdelenlijst voor
uw model.
3
1
2
TI15371A
307273
5