9
Onderhoud
14
9.2
Regeling van de onderste aanslag van het bovenmes
i
Opmerking!
De onderste begrenzing van de instelweg voor het bovenmes is bij de levering van het toestel geregeld.
Stel het onderste mes in na een langer gebruik, bij grote temperatuurschommelingen of na een
meswissel opnieuw in.
1
Figuur 10 Regeling van de onderste aanslag van het bovenmes
1. Draai hendel (8) naar positie a. Daardoor wordt de motor uit de aandrijving van de slee (1) afgekoppeld.
2. Schuif slee (1) ongeveer tot aan het midden van het ondermes.
3. Draai wijzer (2) met instelknop (4) tegen de klok in naar positie "16".
4. Schroeven (3) losmaken.
5. Instelknop (4) met de klok mee draaien tot het boven- en ondermes zich op een afstand van 0,03 mm bevinden.
Hiervoor moet een correcte diktemaat gebruikt worden.
6. Draai de hendel (5) tot aan de aanslag met de klok mee en draai schroef (3) bij.
Met deze instelling wordt de instelweg van het bovenmes naar onder afgegrensd en wordt uitgesloten dat de
messen per ongeluk over elkaar komen.
7. Draai nadat de regeling is afgelopen de henel (8) naar positie b en koppel de motor weer aan.
2
3
4
5 6
4
7
8b
8a
14