6
Beschrijving van de werking
6.1
Principe van de methode
VOORZICHTIG!
Bij abrasief filterhulpmiddel mag het inbrengen in de
ruwgasruimte NIET op de wand gericht zijn.
1
Het met stof beladen gast stroomt naar de
ruwgasruimte.
2
Bij de filterelementen worden de stofdeeltjes
afgescheiden.
3
Het gereinigde gas komt in de zuivergasruimte.
3
2
1
4
Afb. 2: Filtratieprincipe
4
Het injectormondstuk wordt van perslucht voorzien.
Er komt een filterhulpmiddel-luchtmengsel in de
ruwgasleiding. Het probleemstof en de
filterelementen worden met filterhulpmiddel bedekt.
De filtrerende werking mag niet worden onderbroken tijdens
de reiniging (UITZONDERING: ontstoffingsapparaten met
maar één reinigingsklep).
Bij een discontinue werking vindt de dosering meteen na het
inschakelen van de ventilator plaats.
Vertaling van de originele handleiding met montagehandleiding hulpmiddeldoseerder SDG-100, Filtration Group GmbH, 03.05.19, mat.nr. 70558600,
6.2
Hoofdcomponenten
Afb. 3: Hoofdcomponenten
1
Behuizing
2
Kogelkranen voor het afsluiten van de perslucht
3
DRV 1: drukregelklep voor zuigstraalmondstuk
Magneetklep ¼"
4
5
Zuigstraalmondstuk
6
Be- en ontluchtingsfilter
7
DRV 2: drukregelklep voor zuigervibrator
Magneetklep ¼"
8
9
Zuigervibrator (afgedekt)
Vulpeilmelder (optie):
Vulpeilmelder voor het bewaken van het minimale vulpeil in
het filterhulpmiddelreservoir. Bij onderschrijding wordt een
elektrisch signaal afgegeven.
Losmaakmondstukken
Het losmaken d.m.v. mondstukken wordt
gebruikt voor het fluïdiseren van
poedervormige producten. Daardoor wordt
brugvorming voorkomen en wordt een
gelijkmatige poederafvoer gewaarborgd.
Losmaakmondstukken
Afb. 4: Toebehoren voor doseerder
versie 04
Losmaakmondstukken
Pagina 5