Zorg ervoor dat de rollator op de juiste hoogte ingesteld is om incorrecte
houdingen te voorkomen;
Let bij het in en uitvouwen van de rollator altijd op kledingstukken of
lichaamsdelen die bekneld kunnen raken;
Gebruik de rollator niet om zware voorwerpen of personen te transporteren;
Laat kleine kinderen niet met uw rollator spelen;
Gebruik uw rollator niet wanneer de remmen niet werken;
De rollator hoort niet voortbewogen te worden terwijl u van de zitting
gebruik maakt;
Alle wielen van de rollator dienen de grond te raken tijdens het gebruik.
Hierdoor is de rollator in correcte balans;
Gebruik de rollator niet wanneer deze kapot is of een defect onderdeel heeft;
Zet de rolstoel op de rem voor uw gaat zitten.
4
GEBRUIKSINTRUCTIES
Personen met verminderde loopafstand, met balans storingen of met andere
lichaamsbeperkingen die een normale staande en lopende houden niet toestaan,
kunnen met behulp van deze rollator de mobiliteit verbeteren.
4.1 Lopen met uw rollator
Als u loopt met uw rollator zorg er dan voor dat u rechtop loopt, met de rollator
dichtbij u lichaam (zie figuur 1). Dit is voor de beste ondersteuning en de veiligste
bewegingen. Als u deze houding aanhoudt met uw rollator zal u de correcte
lichaamshouding aanhouden.
Figuur 1
7