Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van De Gewenste Ruimtetemperaturen; Instellen Van De Ruimtetem- Peratuur In Dagbedrijf; Instellen Van De Ruimtetempe- Ratuur In Nachtbedrijf; Corrigeren Van De Stooklijn - REMEHA rematic SR 5240 C1 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor rematic SR 5240 C1:
Inhoudsopgave

Advertenties

5. INSTELLEN VAN DE GEWENSTE RUIMTETEMPERATUREN

5.1 Instellen van de ruimtetempera-
tuur in dagbedrijf
Druk op de toets
verschijnt rechts de ingestelde gewenste
ruimtetemperatuur.
Door op de '-' of '+' zijde van deze toets
te drukken wordt het apparaat op een
dienovereenkomstig lagere resp. hogere
temperatuur ingesteld.
Bijvoorbeeld: de ruimtetemperatuur
bedraagt 20,5°C en u wenst die te ver-
hogen naar 21,5°C. U dient dan twee keer
op de '+' zijde van de toets te drukken.
5.2 Instellen van de ruimtetemperatuur
in nachtbedrijf
Druk op de toets
verschijnt nu de gewenste ruimtetempera-
tuur in nachtbedrijf. Door op de '-' of '+'-
zijde van de toets te drukken wordt deze
waarde veranderd.
Klaar met instellen? Druk dan op de
toets om terug te keren naar het basis-
scherm. Of laat het apparaat nu verder
zelf het werk doen. Na 1 minuut keert het
display terug naar het 'basisscherm'.

5.3 Corrigeren van de stooklijn

Met de stooklijn wordt de relatie tussen
buitentemperatuur en de ketelaanvoer-
temperatuur aangeduid.
Als het buiten 10°C vriest, vraagt de rege-
laar aan de ketel een hoge ketel aanvoer-
temperatuur. Is het buiten plus 10°C dan
vraagt de regelaar een veel lagere aan-
voertemperatuur. Dit alles om onafhanke-
lijk van de weersomstandigheden een
. In het display
. In het display
-
comfortabele ruimtetemperatuur te hand-
haven. Verschillende gebouwen (goed of
slecht geïsoleerd) en verschillende instal-
laties (radiatoren, vloerverwarming etc.)
vragen om verschillende stooklijnen.
Met de toetsen 0
e
in het 3
bedieningsniveau kan de regelaar
aan de installatie worden aangepast. Uw
installateur stelt voor u de basiswaarden in.
Toets 0
Toets 2
Voorbeeld basiswaarden:
Verwarmingssysteem
Radiatorverwarming 70/50
Radiatorverwarming 90/70
Vloerverwarming 50/35
Indien de ruimtetemperatuur niet naar
wens is, kan de instelling volgens onder-
staande tabel in het 3
met de toetsen 0
worden aangepast.
Bij buitentemp. Gewenste ruimtetemperatuur
overdag
+5°C tot +15°C
-20°C tot +5°C
Let op:
Omdat een gebouw veranderingen
slechts langzaam verwerkt, wordt aan-
bevolen om per dag slechts één cor-
rectie door te voeren.
7
en 2
= stooklijnsteilheid;
= stooklijnvoetpunt.
Toets
0
1.4
2.2
1.0
e
bedieningsniveau
en 2
blijft te laag
blijft te hoog
0.2 lager en
0.2 hoger en
5°C hoger
5°C lager
zetten
zetten
0.2 hoger
0.2 lager
zetten
zetten
2
35°C
35°C
25°C

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave