Beveiliging en alarmen
Op de display worden bovendien de storingscodes weergegeven die
aan een eventuele storing gekoppeld zijn en die door het branden van
de LED FAULT wordt gesignaleerd.
Storing sensoren
Het defect van een temperatuursensor veroorzaakt de onmiddellijke
onderbreking en dus de uitschakeling van de uitvoering van de cyclus
die ermee verbonden is.
De eventuele inschakelingen van cycli die er niet mee verbonden zijn
kunnen normaal worden uitgevoerd.
Storing verwarmingssensor
Storingscode: 5
5
Storing warmwatersensor
Storingscode: 6
6
Storing compensatiesensor
SATK20103HE - LAGE temperatuur
Storingscode: 15
De storing verhelpen
De normale werking wordt automatisch hersteld na het herstel van de
correcte functie van de defecte sensor (zie pag. 12).
6
Ingreep veiligheidsthermostaat
SATK20103HE - LAGE temperatuur
Storingscode 69
69
De distributie-units die geconfigureerd zijn om verwarming met een
lage temperatuur te ondersteunen, controleren voortdurend de status
van de veiligheidsthermostaat die de aanvoertemperatuur regelt.
Indien de veiligheidsthermostaat tijdens een algemene cyclus wordt
geactiveerd, wordt de circulatiepomp van de verwarming onmiddellijk
gestopt en wordt het mengventiel/de modulerende klep volledig
gesloten. De blokkeerklep voor de thermische beveiliging
(SATK20103HE) wordt gesloten.
Wanneer er geen netspanning is, blokkeert de thermische
veiligheidsklep de ingang van het warme verwarmingswater van het
systeem.
Nadat de gebruiker de blokkering van de veiligheidsthermostaat heeft
hersteld, kan de thermische veiligheidsklep alleen gereactiveerd
worden wanneer de mengventielen/modulerende kleppen weer
volledig gesloten zijn.
Dit betekent dat als een eventuele warmwatercyclus bezig is, de
inschakeling van de thermische veiligheidsklep wordt uitgesteld tot het
einde van de warmwatercyclus.
De storing verhelpen
De werking kan pas worden hervat nadat de RESET-knop handmatig
is ingedrukt.
Storing veiligheidsklep
SATK20103HE - LAGE temperatuur
Storingscode 76
76
79
De storing verhelpen
De normale werking wordt automatisch hersteld na het herstel van de
correcte functie van de thermische veiligheidsklep.
Schakelaar onjuist geconfigureerd
Storingscode 79
79
De storing verhelpen
Herstel de juiste schakelaarinstelling conform tabel 1 (pag. 6).
Onjuiste schakelaarinstelling (uitgeschakelde distributie-unit)
Storingscode 80
80
De storing verhelpen
De distributie-unit is uitgeschakeld door een onjuiste instelling van de
DIP-SWITCH schakelaars. Herstel de juiste instelling conform tabel 1
(pag. 6).
Automatische functies van de regelaar
Nulstelling mengventiel/modulerende klep
Direct nadat de elektrische voeding is ingeschakeld, wordt de positie
van het geïnstalleerde mengventiel/modulerende klep op nul gezet.
Blokkeringsbeveiliging pomp
Bij een voortdurend stilstaande pomp wordt de pomp om de 24 uur
gedurende een periode van 5 seconden gevoed.
Blokkeringsbeveiliging mengventiel/modulerende klep
Om de 24 uur wordt de blokkeringsbeveiligingscyclus van het
mengventiel/modulerende klep uitgevoerd.
7