Instructie- en gebruikershandleiding PROpilot DUO PH RX
−
de pomp niet laten gebruiken door kinderen of door niet opgeleide personen zonder toezicht;
De pomp moet gevoed worden door een isolerende transformator of een differentiële stroomverbreker ( max.
werkingsstroom = 30mA ).
Bij defect en/of slechte werking van de pomp, deze uitschakelen en niet proberen om deze te herstellen. Voor
een eventuele herstelling kan u zich tot onze technische dienst-na-verkoop wenden en het gebruik van originele
onderdelen vragen. Het niet naleven van deze voorwaarden kan de goede werking van de pomp in gevaar
brengen.
Bij een beschadiging van het netsnoer gelieve de herstelling door onze dienst-na-verkoop of een bevoegd en
gemachtigd persoon te laten uitvoeren.
Indien u beslist om een geïnstalleerde pomp niet meer te gebruiken, is het aanbevolen om deze van het
elektriciteitsnet los te koppelen.
Vooraleer u enige onderhouds- of reinigingsoperatie op de doseerpomp uitvoert moet u :
1. Er zich van vergewissen dat ze van het elektriciteitsnet is afgekoppeld.
2. Op de meest passende manier (waarbij u op moet passen) de druk verwijderen in de kop van de pomp en in
de persleiding.
3. Alle vloeistof uit de pompkop verwijderen. Dit kan ook gebeuren met een van de fabriek afgekoppelde pomp
door deze gedurende 10 seconden op haar kop te zetten zonder de slangen op de nippels aan te sluiten.
Indien er zich lekken voordoen in het hydraulisch systeem van de pomp (breuk van een ventiel, van een leiding)
moet dit gestopt worden, de druk in de persleiding moet weggenomen worden waarbij de nodige voorzorgen
genomen moeten worden (handschoenen, bril, beschermkledij).
1.5
Dosering van agressieve en / of giftige vloeistoffen
Om schade te vermijden aan mensen of zaken die veroorzaakt wordt door het contact met corrosieve vloeistoffen
of door het inademen van giftige dampen, is het belangrijk de volgende aandachtspunten te herhalen :
• Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de te doseren vloeistof.
• Controleer dat het hydraulische gedeelte van de pomp geen enkele beschadiging of breuk vertoont en gebruik
de pomp enkel als ze in perfecte staat is.
• Gebruik leidingen die aangepast zijn aan de vloeistof en aan de werkingsomstandigheden van de installatie
door deze, eventueel, in beschermingsbuizen van pvc te leggen.
• Vooraleer de doseerpomp los te koppelen, neutraliseer het hydraulische gedeelte met een aangepast reagens.
1.6
Installatie en demontage van de pomp
1.6.1 Installatie
Zie hoofdstuk 3 AANBEVELINGEN EN INSTALLATIE pagina 9
1.6.2 Demontage
Ga als volgt tewerk vooraleer de pomp te demonteren of vooraleer eraan te werken :
•
Verzeker er u van dat hij van het elektriciteitsnet is afgekoppeld (de twee polariteiten) door de geleiders
van de contactpunten van het net weg te nemen.
•
Zie alinea 1.2
Vervoer en verplaatsing pagina 5
6
NOT022NLV01