DE INSTALLATIE
ATTENTIE: De 230 volt melder dient te worden geïnstalleerd door een erkende
installateur volgens de richtlijnen van het Bouwbesluit. Onjuist geïnstalleerd
kan het de gebruiker onder stroom zetten of niet juist functioneren bij brand.
ATTENTIE: De melder moet continu zijn aangesloten op 230 volt. Ook mag er
geen aan/uit schakelaar op het circuit zijn aangesloten waardoor de melder zou
kunnen worden uitgeschakeld.
1. Kies een locatie die voldoet aan alle bovenstaande voorwaarden.
2. Sluit de stroom af van de groep waarop u de melder wilt aansluiten.
3. Verwijder de bodemplaat van de mel-
der (zie figuur 3).
Beveiligde
4. Verwijder het afdekkapje
sluiting
5. De bedrading dient als volgt op de
bodemplaat
bodemplaat te worden aangesloten:
GEBRUIK EEN
AFDEKKAPJE
SCHROEVENDRAAIER OM
HET AFDEKKAPJE TE VERWIJDEREN
L(Live): Fase - aansluiten op de bruine bedrading.
N(Neutral): Nul - aan-
sluiten op de blauwe
bedrading.
IC (Interconnect):
Aparte koppeldraad
(gebruik massief
montagedraad min.
1,5 mm
)
2
Wanneer u de melder
AARDE
niet doorkoppelt mag u
niets op de IC aanslui-
ten. Het verwisselen
van de fase en nul
draad beschadigt doorgekoppelde melders!
Niet de aarde connectie gebruiken om melders door te koppelen.
N.B.
: De melder hoeft niet te worden geaard. Op het aansluitblok is wel een
aarde (earth) connectie aangegeven.
5. Wanneer u de bedrading heeft aangesloten, sluit u het klepje van de inge-
bouwde kroonsteen.
6. Schroef de bodemplaat vast aan het plafond (b.v. op de centraaldoos).
Verzeker u ervan dat de bodemplaat strak tegen het plafond zit zodat er
geen luchtcirculatie boven de melder kan plaatsvinden die rookdetectie kan
verhinderen. Als de opening te groot is dient deze met kit te worden gedicht.
7. Controleer of de batterij in de melder is aangesloten door op de testknop te
drukken en schuif dan de melder voorzichtig op de bodemplaat.
ATTENTIE: Probeer de melder niet te verwijderen zonder de beveiligingsclip te
openen (figuur 3).
HET DOORKOPPELEN VAN ROOKMELDERS
Draadloos koppelen: een maximum van 20 rookmelders kunnen draadloos
worden doorverbonden, met maximaal 100 meter afstand in open ruimte.
Alle melders dienen voorzien te zijn van de zelfde Dip Switch code, zie figuur 4.
• Systemen met meer dan 3 of 4 melders dienen
zeer zorgvuldig te worden gepland om te verzeke-
ren dat er geen vals alarm plaatsvindt van bijvoor-
beeld koken of wekelijks testen.
• De melders dienen regelmatig te worden gecontro-
leerd en schoongemaakt.
• Er dient iemand beschikbaar te zijn om bij een
vals alarm de melder waar het rode lampje van
knippert snel uit te kunnen schakelen, daar alle
melders anders afgaan.
WAARSCHUWING: Verbindt geen van deze mel-
Druk met een
schroeven-
ders door met een model van een andere fabrikant. Doet u dit wel dan loopt u
draaier de
het risico op een elektrische schok of brandgevaar door onjuiste detectie.
beveiligde
De melders die met elkaar worden doorverbonden dienen zich in dezelfde
sluiting omhoog
woning te bevinden. Wanneer zij tussen verschillende gebouwen zijn doorver-
bonden is het mogelijk dat niet iedereen op de hoogte is wanneer zij worden
getest of wanneer er vals alarm (door b.v. koken enz.) plaatsvindt.
CONTROLE OP FUNCTIONEREN
Controleer na de installatie en elke maand al uw rookmelders, ook na een lan-
gere periode van afwezigheid zoals vakantie enz.
• Controleer of het groene lampje voor 230V brandt. (Brandt dit niet controleer
melder naar u
dan of er spanning op staat, de bekabeling goed is aangesloten, enz.)
toe schuiven
• Controleer of het rode lampje ongeveer elke minuut knippert. Wanneer dit
figuur 3
niet het geval is dient u de batterij te vervangen.
• Druk ± 3 seconden, bij een enkele melder en tot 20 seconden bij draadloos
gekoppelde melder op de testknop om de rookkamer, elektronische delen en
sirene te testen. Er klinkt nu een luid pulserend alarm (het niveau is minimaal
KOPPELDRAAD
85 dB op 3 meter afstand). Een rood lampje zal, wanneer de sirene klinkt,
(WIT)
tijdens deze test snel knipperen. Door op de testknop te drukken simuleert u
NUL
het effect van rook bij brand. Dit is de beste manier om te testen of uw rook-
melder correct functioneert.
(BLAUW)
ATTENTIE: Bij doorgekoppelde melders zal alleen op de melder die u test
het rode lampje snel knipperen. Alle andere melders zullen wel alarm geven.
Herhaal de test bij elke melder afzonderlijk.
FASE
(BRUIN)
BATTERIJ VERVANGEN
• Schakel de stroom uit
• Haal de melder van de bodemplaat (figuur 3)
• Verwijder de batterij
• Zuig de melder schoon met een zacht borstel van de stofzuiger.
• Plaats nieuwe batterij in de melder, (
VERWIJDERBAAR KLEPJE
• Test de melder, zie Testprocedure
VOOR HET AAN DE ZIJKANT
• Plaats de melder terug op de bodemplaat
DOORVOEREN VAN DE DRADEN
FUNCTIE EN BETEKENIS VAN DE LICHT EN GELUIDSIGNALEN
Normale situatie: Het groene lampje brand ter indicatie dat het alarm gevoed
wordt. Het rode LED lampje licht 1 maal op per 1 minuut.
Alarm: Wanneer de melder rook detecteert, zal een luid pulserend alarm gaan
klinken en het rode LED lampje zal continue gaan flikkeren totdat de rook is
verdwenen. De doorgekoppelde melders zullen wel het luid pulserend alarm
geven echter het rode LED lampje zal niet continue gaan knipperen.
Batterij leeg signaal: Een beep signaal elk minuut betekent dat de batterij
bijna leeg is en vervangen dient te worden. Dit signaal zal 30 dagen klinken.
Druk kort op de testknop om dit signaal te stoppen voor 10 uur.
De overige melders die gekoppeld zijn, zullen drie beepjes per uur laten klinken.
STORINGEN VERHELPEN
De rookmelder kan geactiveerd worden door stoom, condensatie, stof, rook
en kleine insecten. Voorkom zoveel mogelijk deze situaties, zie hoofdstuk:
Monteer nooit een rookmelder. Wanneer een melder regelmatig vals alarm
geeft, kan het noodzakelijk zijn de melder op een andere plaats te bevestigen.
Aanvullende informatie kunt u vinden op www.fito.nl, tab FAQ. Wanneer de
melder niet goed functioneert, neem dan contact op met uw leverancier of Fito
Products BV op www.fito.nl, tab Contact.
figuur 4
LET OP DE PLUS EN DE MIN
)
VALS ALARM
Druk op de test knop om het alarm te stoppen. (Zie Test en Pauze knop.)
TEST EN PAUZE KNOP
Uw melder is voorzien van een pauze knop. Dit is de zelfde knop als de
testknop. Druk 3 seconden stevig in het midden op de pauze/test knop. Uw
rookmelder gaat dan 10 minuten in een zogeheten minder gevoelige stand.
Het rode LED lampje zal om de 10 seconden flikkeren om aan te geven dat de
stilteknop is geactiveerd.
Bij zware of toenemende rookontwikkeling zal de melder toch in alarm gaan.
ONDERHOUD
• De melder mag nooit in aanraking komen met vloeibare stoffen.
• Zuig de melder regelmatig (1 maal per maand) schoon met de zachte borstel van
de stofzuiger. Daarnaast kunt u het rookalarm met een iets vochtige doek schoon-
maken.
• Reparaties moeten door de fabrikant worden uitgevoerd.
• Altijd de stroom uitschakelen wanneer de melder van de voet wordt verwijderd.
WAARSCHUWING: Schilder de melder nooit en plak deze niet af.
BEPERKINGEN VAN ROOKMELDERS
Onafhankelijke instanties hebben vastgesteld dat ongeveer 45% van de
gemonteerde rookmelders in woningen niet functioneren, namelijk in de vol-
gende situaties:
• Wanneer de batterij verwijderd was of niet functioneerde. Test daarom regelmatig.
• Als de rook de melder bij brand niet kan bereiken zal het apparaat ook niet in
werking treden. Bijvoorbeeld als de brand op een andere verdieping plaatsvindt
waar geen rookmelder hangt, achter gesloten deuren, in een schoorsteen of
als de rook van de melder wordt weggeblazen. Daarom wordt het plaatsen van
rookmelders in alle kamers aangeraden. In ieder geval op elke verdieping.
• Als men het alarm niet hoort. Een persoon zou eventueel niet gewekt kunnen
worden door het alarm bij een overmatig gebruik van alcohol en/of drugs.
• Er zijn enkele branden die niet altijd op tijd door de melder ontdekt worden,
bijvoorbeeld roken in bed, als daar geen rookmelder hangt. Bij het ontsnap-
pen van gas, hevige explosies; het op een verkeerde manier bewaren van
explosieve producten en brandgevaarlijke vloeistoffen (benzine, verf, spiritus,
enz.), elektrische storingen, zuren, kinderen die met lucifers (vuur) spelen.
• De levensduur van rookmelders is 10 jaar.
PRODUCT GARANTIE
Bij normaal gebruik en onderhoud garandeert de fabrikant dit product tegen
materiaal en/of productiefouten voor de periode van 3 jaar, exclusief batterij,
vanaf de originele aankoopdatum door de consument. Uitgezonderd zijn scha-
des welke zijn ontstaan door gebrekkig onderhoud, ongelukken of misbruik.
Wanneer het product binnen de aangegeven periode defect is wordt het gratis
vervangen of gerepareerd. Probeer niet zelf het product te repareren of eraan
te knutselen, hiermee vervalt de garantie.
DoP (Declaration of Performance)
De Prestatieverklaring van de FIT-230RF en FIT-230RFL is te downloaden op
onze website www.fito.eu
VERWIJDERINGINSTRUCTIE
Gooi uw oude batterij en melder niet in de prullenbak, lever deze in
bij een inzamelpunt van klein huishoudelijk afval bij u in de buurt.
De rookmelder dient na de door de fabrikant op de rookmelder ver-
melde vervangingsdatum inclusief voet vervangen te worden.
Importeur:
Fito Products B.V.
De Langkamp 12a
3961 MS Wijk bij Duurstede
Nederland. www.fito.eu
2020-10 vers 1.