1. De centrale voert een vooropening uit gedurende ongeveer 3 seconden.
a.als de poort zich sluit in plaats van te openen, schakel dan de algemene voeding uit en keer de polariteit van de
motor kabels om.
b. herhaal de regelingsprocedure vanaf het begin.
2. De centrale sluit de poort tot aan de stopplaat waardoor de poort nu volledig gesloten is.
3. De centrale opent de poort volledig om de looptijd te leren en het moment te herkennen waarop vertraagd moet worden, op 90%
van het manoeuvre.
4. Na 3 seconden pauze, sluit de centrale de poort opnieuw volledig en verlaat automatisch de zelfregeling.
Als gedurende de zelfregeling, tijdens fase 2 of 3, de poort zich niet sluit of niet volledig opent, dan moeten de parameters voor de
motor opnieuw ingesteld worden (zie "Instellingen")
6. Instellingen
De instellingen moeten op de printplaat geregeld worden.
FOR: Stel de kracht van de motor in (in functie van het gewicht van de poort)
PAU: Stel de pauzetijd in van het automatisch sluiten (0 tot 90s)
als de cursor tot het uiteinde gedraaid wordt (+), is het automatisch sluiten gedeactiveerd en werkt de poort stap voor stap.
Veiligheidsrichtlijnen:
In het kader van het automatisch sluiten, is de krachtbegrenzer niet voldoende om de minimale veiligheid te garanderen zoals
vereist in norm EN 12453. Het is in dat geval dus verplicht fotocellen te installeren die het automatisch sluiten beschermen.
Wanneer de poort een obstakel ontmoet, merkt het systeem dat op. In dat geval stopt de poort en gaat hij ongeveer 50 cm terug.
De maximaal toegelaten inspanning kan ingesteld worden, net als de tijd gedurende dewelke de poort deze maximale inspanning
moet overstijgen vooraleer de poort tot stilstand wordt gebracht en terugkeert.
OBS: Reactietijd op het obstakel (of toegestane overschrijdingstijd)
OVL: Gevoeligheid voor de detectie van een obstakel (of maximaal toegestane inspanning)
7. De afstandsbediening programmeren
Om de afstandsbediening te programmeren drukt u gedurende 3 seconden op het Ps/Radio
knopje op de printplaat.
Laat het knopje los en druk dan op de rode knop van de handzender.
Druk daarna nog een keer op de rode knop en uw afstandsbediening is "gematched" met de
printplaat.
Als u meerdere afstandsbedieningen ( max. 10 )heeft herhaalt u deze procedure.
Mocht u meer afstandsbedieningen wensen, schaf dan de meerkanaals ontvanger aan.
De codes voor de afstandsbedieningen verwijderen.
Houd de toets P2/RADIO ingedrukt tot het rode LED-lichtje langzaam begint te knipperen
(ongeveer 3 seconden). Druk nogmaals op de toets P2/RADIO binnen 6 seconden om het
verwijderen te bevestigen. Het LED-lichtje knippert nu sneller ten teken dat de
afstandsbediening gewist is.
io
de
13