De minimumafstand van metalen bevestigingsoppervlakken ten opzichte van de kopzijde "A" en de onderkant "B"
van het apparaat bedraagt 5 mm.
3.2 hulpontgrendeling
Voor het opstellen van de machine kan de veiligheidsvergrendeling spanningsloos ontgrendeld worden. Draai de
q
hulpontgrendeling in positie
om de veiligheidsvergrendeling te ontgrendelen. De normale functie wordt pas
p
hersteld nadat de hulpontgrendeling terug in haar uitgangspositie
gedraaid is.
13-29