RICHTING EN SNELHEID
Leun naar voren om vooruit te gaan en leun naar
achteren om te vertragen of om achteruit te gaan. Hoe
meer je leunt, hoe sneller je gaat.
KEREN
Gebruik subtiele hiel-teen druk om naar links of rechts
te gaan. Je begint te keren in de richting waarin je leunt.
Hoe meer je leunt, hoe scherper de bocht.
O P J E O N E W H E E L P I N T R I J D E N
2 7