• Het zonnepaneel kan met de volgende methoden
worden gemonteerd: (*aanhaalmoment: 8~12 Nm)
• Bij het monteren van panelen in gebieden met veel
sneeuw adviseren we om gepaste tegenmaatregelen
te nemen om te vermijden dat schuivende sneeuw
schade veroorzaakt aan de lagere kant van het frame.
• We raden aan om corrosiebestendig materiaal te
gebruiken voor deze dragende onderdelen. (Er dient
een sneeuwlat te worden geïnstalleerd volgens de
instructies van de fabrikant.)
Tak
Monteren met montagegaten
• Bevestig het zonnepaal aan de constructie met behulp van
de fabrieksmatig voorbereide montagegaten.
• Per zonnepaneel worden vier M8 roestvrijstalen bouten,
vier moeren, vier veerringen en acht platte sluitringen
aanbevolen.
• Het paneel kan worden vastgezet aan een steun door
gebruik te maken van de montagegaten aan de binnen- en
buitenkant van het frame.
• Ieder paneel moet stevig worden vastgemaakt, op ten
minste 4 punten aan twee tegenovergestelde zijden.
• En de locatie van de montagegaten is te vinden in de
"Productspecificaties".
• Draai de bout stevig vast door gebruik te maken van de
combinatie. Plaats de veerring tussen de platte sluitring en
moer.
* Materialen montagerail: Aluminium, roestvrijstaal, etc.
→ Wij raden montagerails van ten minste 40 x 40 mm aan.
Zonnepaneel
Stöddel
Paneelframe
Moer
Veerring
Platte sluitring
Montagerail
Platte sluitring
Bout
Monteren met klemmen
• Het paneel kan worden vastgezet aan een steun met
behulp van klemmen aan zowel de lange als de korte
zijde van de panelen.
vermeld in "Mechanische installatie". (zie bijlage.)
• → Als u speciale klemmen gebruikt, moet de
compatibiliteit daarvan door LGE worden getest.
• Als de installatie mogelijk wordt beïnvloed door zware
(extreme) sneeuwval, is het aanbevolen om meer
gepaste ondersteuning op de onderste rij panelen te
voorzien.
09