MEER MANIEREN OM VEILIG TE RIJDEN
•
Rijd altijd op aangegeven rijstroken of paden of
zo dicht mogelijk langs de rand van de straat met
de richting van de verkeersstroom mee of zoals
aangegeven door de lokale wetgeving.
•
Slinger nooit door het verkeer.
•
Vervoer nooit een passagier.
Stop bij stopborden en verkeerslichten. Vertraag
•
en kijk beide kanten op bij kruispunten op straat.
Wees voorbereid om je aan te passen, zelfs als je
voorrang hebt.
•
Gebruik goedgekeurde handsignalen voor keren en
stoppen.
O N E W H E E L + G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G
•
Neem nooit iets mee dat je zicht kan belemmeren
of waardoor jezelf of je kleding in het wiel verstrikt
kan raken.
•
Lift nooit mee met een ander bewegend voertuig
of object.
•
Rijd nooit met je Onewheel+ terwijl je onder invloed
bent van alcohol of drugs.
•
Kies rechte stabiele wegen van beton en asfalt.
•
Observeer en geef op correcte wijze voorrang.
•
Voer geen races, stuntrijden of andere manoeuvres
uit waardoor je mogelijk je controle kunt verliezen.
•
Zorg ervoor dat lichaamsdelen, kleding, enz. niet
in contact kunnen komen met bewegende delen,
wielen of aandrijflijn terwijl de motor loopt.
•
Voer vóór elk gebruik de controles uit zoals
gespecificeerd door de fabrikant.
•
De eigenaar mag het apparaat alleen gebruiken
nadat hij het juiste en veilige gebruik duidelijk heeft
aangetoond en heeft bevestigd dat de bediener alle
componenten en aspecten van de bediening van het
apparaat begrijpt en een helm draagt.
•
Zorg dat je goed bekend bent met de manier waarop
je Onewheel+ werkt (bijv. snelheid, richting, keren).
•
Houd lichaamsdelen, kleding en andere voorwerpen
altijd uit de buurt van het wiel.
•
Voer altijd een mechanische veiligheidscontrole uit
voordat je op jouw Onewheel+ stapt.
•
Let tijdens het rijden op je omgeving. Rijd met een
snelheid die gepast is voor jouw omstandigheden.
Verhoogde snelheid is gelijk aan een hoger risico.
M E E R M A N I E R E N O M V E I L I G T E R I J D E N
5 1