•
Zet uw scootmobiel nooit in extreme koude:
dit veroorzaakt schade aan onderdelen van uw
scootmobiel
Opslag
Wanneer u de scootmobiel opslaat moet de rugleun-
ing naar voren zijn geklapt. De scootmobiel moet uit-
geschakeld zijn en de batterijen moeten verwijderd zijn,
de oplader moet afgekoppeld zijn.
Berg de scootmobiel alleen op in ruimtes die niet in di-
rect zonlicht staan, de opslagruimte moet droog zijn en
geen last van water of damp hebben.
Deelname aan het verkeer
Uw scootmobiel heeft veel vermogen en u kunt aan het
verkeer deelnemen: op het trottoir, het fietspad of op
straat. (Gebruik de scootmobiel nooit op de snelweg of
autoweg) Let op het volgende: U moet ervoor zorgen
dat de scootmobiel technisch in orde en veilig is. Daar-
bij hoort ook een:
•
Goed functionerend remsysteem
•
Passieve verlichting: reflectoren van achteren rood
en van voren wit. Voor scootmobielen die sneller
rijden dan 6 km/h en of in het donker of in slecht
weer rijden moet er een.
•
Actieve verlichting zijn: koplamp met wit licht voor
en achterlichten met rood licht en knipperlichten
aan de voor- en/of achterzijde.
Omdat uw snelheid verkeerd kan worden ingeschat
door het andere verkeer of omdat u slecht zichtbaar
bent voor andere verkeersdeelnemers, moet u preven-
tief zorg dragen voor uw zichtbaarheid:
•
Draag heldere reflecterende kleding
•
Draag altijd uw veiligheidsgordel
•
Bevestig een signaalvlag aan uw scootmobiel (ver-
krijgbaar bij de fietsenmaker).
•
Rijd defensief en denk met andere verkeersdeelne-
mers mee.
Doel van gebruik
De scootmobiel is gebouwd voor mensen met een
mobiliteitsbeperking of een beperkte loopvaardigheid.
De scootmobiel is geschikt voor gebruik buiten- of bin-
nenshuis (Bekijk technische gegevens voor de beper-
kingen) De scootmobiel is geschikt voor het nemen van
kleine hindernissen in het buitenbereik. De scootmobiel
is ingeschaald in DIN EN 12184 in de categorie C.
De scootmobiel is geschikt voor het vervoer van 1 per-
soon. De scootmobiel is niet geschikt voor vervoer van
goederen. De maximale belasting van uw scootmobiel
staat beschreven in de technische gegevens.
Elektromagnetische Interferentie
Een motor aangedreven scootmobiel kan gevoelig zijn
voor elektromagnetische storingen. Elektromagneti-
sche energie die door bronnen van radio, tv, amateur-
zenders, zendapparatuur of mobiele telefoons uitge-
zonden worden. Een elektromagnetische storing kan
veroorzaken dat de rem niet werkt, het kan ongecontro-
leerd voort bewegen van de scootmobiel veroorzaken
in alle richtingen. Elektromagnetische storingen kun-
nen schade toebrengen aan de besturing en de motor
van de scootmobiel.
De bron van de uitgestraalde elektromagnetische
storing kan in het algemeen in drie soorten worden
ingedeeld:
•
Draagbare zend- en ontvangapparatuur waarbij
de antenne direct aangesloten is op het apparaat.
Voorbeelden hiervan zijn: CB - radio - apparaten,
kleine radio's, industriële veiligheid, brandweer en
politie - radio's, mobiele telefoons en andere appa-
ratuur voor persoonlijke communicatie.
Opmerking: Sommige mobiele telefoons en soortgeli-
jke apparaten zenden signalen uit terwijl ze zijn inge-
schakeld, zelfs als ze niet worden gebruikt!
•
Middengolf, draadloze apparaten, zoals die in poli-
tie auto's, brandweerwagens, ambulances en taxi's
aanwezig zijn. Deze hebben meestal de antenne
gemonteerd aan de buitenkant van het voertuig.
•
Lange afstand radioapparaten, zoals commerciële
radiostations (radio- en televisie torens) en ama-
teur radio.
Opmerking: Andere draagbare apparaten, zoals een
kabel-vrije telefoons, laptops, FM / AM-radio, TV, CD-s-
peler of cassetterecorder en kleinere apparatuur ver-
oorzaken, voor zover wij weten, geen problemen met
de scootmobielen.
Levensduur
De levensduur van dit product wordt ingeschat voor
de duur van vijf jaar, mits het product wordt gebruikt
binnen het beoogde gebruik en onderhouden wordt en
aan de service eisen wordt voldaan.
De levensduur kan worden overschreden als het pro-
duct wordt gebruikt, onderhouden en verzorgt in over-
eenstemming met de geldende adviezen en voorwaar-
den voor dit apparaat.
De levensduur kan door extreem of onjuist gebruik ook
aanzienlijk verkort worden. De definitie van de levens-
duur geldt niet als een extra garantie.
5