Wijnvak
nl
Tips voor de opslag van wijn
Wijnflessen uitpakken – niet in kistjes of dozen in het
■
wijnvak opslaan.
Bij flessen met een natuurlijke kurk, die u langer dan
■
4 weken opslaat, kan een te lage luchtvochtigheid
ertoe leiden dat de natuurlijke kurk krimpt.
Om dit te voorkomen, slaat u oude wijnen zo op dat
de kurk altijd nat blijft, en schakelt u de verhoogde
luchtvochtigheid in.
~ "Luchtvochtigheid" op pagina 10
De open legplateaus maken een continue
■
luchtcirculatie mogelijk. Daardoor wordt overtollige
vochtigheid snel afgebouwd.
Alvorens van wijn te genieten, kunt u deze meestal
■
het beste langzaam op temperatuur laten komen
(chambreren): haal bijvoorbeeld rosé 2 tot 5 uur en
rode wijn 4 tot 5 uur van tevoren uit het apparaat om
deze op de juiste drinktemperatuur te brengen. Witte
wijn kunt u daarentegen direct op tafel zetten. Sekt
en champagne dienen kort voor het serveren in de
koelkast te worden gekoeld.
Denk eraan dat wijn altijd iets koeler moet zijn dan
■
de ideale serveertemperatuur, omdat de wijn direct
warmer wordt zodra deze wordt ingeschonken.
14
Drinktemperaturen
De juiste schenktemperatuur is doorslaggevend voor
de smaak van de wijn en daarmee voor het drinkgenot.
Voor het serveren van de wijn adviseren wij de
volgende drinktemperaturen:
Soort wijn
Grote rode Bordeaux
Rode Côtes du Rhône/Barolo
Grote rode Bourgogne/rode Bor-
deaux
Port
Jonge rode Bourgogne
Jonge rode wijnen
Jonge Beaujolais/alle witte wijnen
met laag suikergehalte
Oude witte wijnen/Chardonnay
Sherry
Jonge witte wijnen vanaf Spätlese
Witte wijnen Loire/Entre-deux-Mers
Drinktemperatuur
18 °C
17 °C
16 °C
15 °C
14 °C
12 °C
11 °C
10 °C
9 °C
8 °C
7 °C