Vereist materiaal
In de verpakking van het apparaat vindt u ook:
A
Externe roosters voor luchtinlaat en -uitlaat (2 stuks, vooraanzicht)
B
Kit schroeven en pluggen (6 stuks)
C
Wandmontagebeugel
D
Handleiding voor het bedieningspaneel
E
Afstandsbediening
F
Papieren sjabloon voor het boren van gaten
A
F
K
37 H antering zonder verpakking
371 Waarschuwingen
Het apparaat mag alleen worden gehanteerd door gekwalificeerde
medewerkers die geschikte uitrusting dragen, afgestemd op het
gewicht en de afmetingen van het apparaat.
372 M ethodes voor de hantering
Over korte afstanden kan het apparaat handmatig worden ver-
plaatst. In dat geval moet zorgvuldig worden gecontroleerd of het
gewicht van het apparaat het door de voorschriften vereiste ge-
wicht in verhouding tot het aantal personen niet overschrijdt.
38 Installatieplaats
De plaats van het apparaat moet door de installatieplanner of een
bevoegd persoon worden bepaald. Daarbij moet rekening worden ge-
houden met zowel de zuiver technische eisen als de geldende nationa-
le/lokale wetgeving.
Het apparaat is bedoeld voor installatie binnenshuis, in een bij voor-
keur verticale, lage of hoge positie.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd in de buurt van een muur
die een verbinding naar buiten heeft.
Het apparaat heeft een IPXO beschermingsgraad. Daarom is instal-
latie buitenshuis of in ruimtes met water (zwembaden) verboden.
Het apparaat kan worden geïnstalleerd tot op een maximale zee-
spiegel van 2700 m.
B
Controleer of de afzonderlijke documenten aanwezig zijn
G
Batterij voor afstandsbediening
H
Oprolbuizen als gatdoorvoer (2 stuks)
I
Energie-efficiëntielabel
J
Installatiehandleiding voor het bedieningspaneel
K
Binnenflens (2 stuks)
C
I
G
A +
+
A
H
Het gewicht van het apparaat is niet in balans aan de rechterkant
(compressorzijde).
381 Waarschuwingen
Het apparaat mag niet in de buurt van de volgende voorwerpen
worden geïnstalleerd:
• Obstakels of belemmeringen die recirculatie van de uitlaatlucht
veroorzaken.
• Smalle ruimtes waar het geluidsniveau van het apparaat kan
worden versterkt door nagalm of resonantie.
• Omgevingen met ontvlambare of explosieve gassen.
• Zeer vochtige omgevingen (wasserijen, kassen, enz.).
• Omgevingen met agressieve atmosferen;
• Zonnestraling en nabijheid van warmtebronnen.
NL
D
E
J
141