6. ONDERHOUD
6.1 Controle en servicebeurt
Alles wat gebruikt wordt, heeft onderhoud nodig. Zo ook uw scootmobiel. Voor storingsvrij gebruik
van uw scootmobiel dient deze met regelmaat een servicebeurt van uw dealer te krijgen (ten minste
1 keer per jaar).
Frequentie van eigen controle:
Dagelijks:
Opladen van de accu's na gebruik. Bij voorkeur 's nachts.
Wekelijks:
Controle van bandenspanning en verlichting.
Het is raadzaam uw scootmobiel eenmaal per jaar of bij zeer intensief gebruik halfjaarlijks te laten
controleren door uw dealer. Het onderhoud dat u zelf kunt uitvoeren, is in de vorige paragraaf
aangegeven.
LET OP !
Op de banden staat een maximale bandenspanning vermeldt. Denk er aan dat dit de
maximale bandenspanning is en dat de banden nooit hoger dan deze spanning
opgepompt mogen worden! De ideale bandenspanning is 2.0 bar.
6.2
Accu's en het opladen van de accu's
Uw scootmobiel is uitgerust met onderhoudsvrije en gesloten droge accu's.
6.2.1
Accu-capaciteit
De accucapaciteit kan beïnvloed worden door temperatuur, terrein, gewicht van de gebruiker etc.
De accu-indicatiemeter geeft het accuniveau aan. Een actieve gebruiker die dagelijks meer dan de
helft van de accucapaciteit gebruikt, dient de accu in ieder geval dagelijks op te laden.
6.2.2
Het opladen van de accu's
De accu's die bij de scootmobiel geleverd zijn, zijn hiervoor speciaal ontworpen en dienen met de
bijgeleverde acculader opgeladen te worden. Alle acculaders zijn voorzien van een elektronische
schakelaar die de stroomtoevoer uitschakelt wanneer de accu's volledig geladen zijn.
LET OP !
De accu's dienen altijd volledig geladen te zijn. Gebruik de scootmobiel niet als de
accu's bijna leeg zijn. Dit is slecht voor de accu's en u kunt ongewenst stil komen te
staan, waarbij permanente schade aan de accu's ontstaat. Tenminste iedere twee
weken dient u de accu's gedurende een volledige laadcyclus op de acculader aan te
sluiten.
Voor het opladen van de accu's dient u de acculader aan de rechterzijde van het
stuur aan te sluiten. Het contact dient te worden uitgeschakeld! Vervolgens dient de
acculader op het stroomnet te worden aangesloten.
LET OP !
Laat de stekker van de acculader niet in het oplaadcontact zitten als de stekker uit
de wanddoos verwijderd is. De acculader is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis.
Stel de acculader niet bloot aan regen of opspattend water.
Dek de acculader nooit af! De lader moet goed kunnen ventileren.
LET OP !
Zorg ervoor dat u de laadcyclus altijd volledig afrondt.
LET OP !
Accu's die beneden een minimum accucapaciteit komen door volledige ontlading,
kunnen niet meer worden opgeladen
Technische dienst: 085 – 77 303 77
Gebruikershandleiding
Cheetah 4 DeLuxe
11