6
Inbedrijfstelling
6.1
Aansluiting slangpakket
Aansluiting toortsslangpakket zie betreffende gebruikshandleiding van de stroombron.
6.2
Afzuigkap
Om beschadigingen te voorkomen en een probleemloze werking van de rookafzuiglastoorts te
garanderen, moet met het volgende rekening worden gehouden:
•
Plaatselijke werkvoorschriften in acht nemen.
•
Alle componenten op de rookafzuiglastoorts volgens voorschrift monteren.
•
Rookafzuiglastoorts vóór ieder gebruik met het afzuigapparaat of de filterinstallatie verbin-
den en deze inschakelen.
•
Afzuigslang in regelmatige intervallen, echter één keer wekelijks op beschadigingen en ver-
vuilingen controleren.
•
Waarschuwingssignalen en indicators op de afzuigkap in acht nemen, verzadigde filters ver-
vangen.
•
Aanvullende slangen of ook slangen van andere fabrikanten kunnen tot drukverlies op de
rookafzuiglastoorts leiden.
•
Afvoerluchtslangen van de afvoerlucht- of filterinstallatie aansluiten.
•
Afvoerlucht of filterinstallatie inschakelen
•
Volumenstroom controleren, een te hoge volumestroom kan lasfouten veroorzaken.
099-518351-EW505
07.06.2023
Inbedrijfstelling
Aansluiting slangpakket
25