Functies van handset
Basisfuncties van handset
1. 4-regelig LCD (Liquid Crystal Display):
a. Het LCD-scherm gebruikt LED-verlichting.
b. De eerste regel van de LCD bestaat uit pictogrammen.
c. Uitleg pictogrammen van links naar rechts
(1)
RSSI-niveau (indicator sterkte ontvangen signaal)
Tijdens een gesprek geeft het aantal balken de
sterkte van het ontvangen radiosignaal aan.
(2)
Verbindingsmodus
(2.1) Gesprek actief (Op/van haak)
Het nummer aan de rechterkant van het
telefoonsymbool geeft aan welke lijn van het
basisstation actief is als Multi-Base is
ingeschakeld.
(2.2) Intercom actief
Geeft aan of de intercommodus is ingeschakeld
Geeft het ID van de handset aan waarmee de intercom gebruikt wordt.
(3)
Spraakmodus
(3.1) Indicator luidspreker
Geeft aan of de luidspreker actief is
(3.2) Hoofdtelefoonmodus
(4)
Geluid en indicatie
(4.1) Bel inschakelen
(4.2) Bel uitschakelen
(4.3) Bel- en trilmodus
(4.4) Trilmodus
(4.5) Indicator Bericht wacht
(5)
PA uitschakelen
Geeft aan of de binnenkomende uitzending is uitgeschakeld.
Tweecijferige ID voor handset
(6)
Toont de tweecijferige ID van de eigen handset.
11
Batterijniveau
(7)
Het aantal strepen komt overeen met de resterende batterijtijd.
d. De tweede en derde regels van de LCD, maximaal 16 tekens elk,
tonen status, bericht, menukeuzes, of door de gebruiker te bewerken
alfanumerieke tekens.
e
De laatste regel geeft de linker en rechter sneltoetsen weer.
~13~
2. Belsignaal
a. Belt bij een binnenkomend telefoongesprek en intercomoproep.
b. Verschillende waarschuwingsgeluiden geven verschillende
gebeurtenissen aan:
(1)
Enkele toon: geslaagde toetsinvoer.
(2)
Dubbele toon: voeding aan/uit.
(3)
Drievoudige toon: bewerking mislukt.
(4)
Herhaalde 1 lange 2 korte tonen (elke 1 minuut): waarschuwing batterij
,
bijna leeg
buiten bereik, gesprek in wachtstand
Re: Geen geluid bij ongeldige toetsinvoer
3. SPREKEN/FLITSER (
)
a. Start of beantwoordt een telefoon- of intercomgesprek
b. Stuurt een flitssignaal naar de telefoonlijn om een kiestoon op te halen
na afloop van het gesprek, of om de functie gesprek in wachtstand uit te
voeren die telefoonmaatschappijen tijdens een gesprek aanbieden.
4. TELEFOONLUIDSPREKER (
Druk op de toets om de telefoonluidspreker tijdens inkomende,
uitgaande of intercom-gesprekken in of uit te schakelen.
5. 2-WEG INTERCOM (
)
a. Plaatst een intercomoproep naar een andere handset, een groep
handsets (groepsoproep) of alle geregistreerde handsets.
b. Intercomgesprekken zijn digitaal, volledig in twee richtingen, en
worden gevoerd zonder tussenkomst van het basisstation.
6. UITZENDING (
)
a. Eenrichting-uitzending naar handsets voor een rechtstreekse melding
b. Eenrichting-uitzending naar basisstations
Re:druk op de toets
in de linkerbovenhoek van de handset om de
uitzendfunctie te activeren.
7. Sneltoetsen links/rechts (
a. Maak een menukeuze.
8. Omhoog (
) /Omlaag (
a. Blader door records en menukeuzes.
b. Pas het spraakvolume van de ontvanger aan in de gespreksmodus.
c. Druk op
om het belvolume aan te passen in de Stand-by
modus.
d. Druk op
om het telefoonboek te openen in de Stand-by modus.
)
)
) bladertoetsen
~14~