Beeldmodus:
Stem de beeldmodus af op die van de tv.
Vullend: Het beeld wordt schermvullend gemaakt.
Inhoud die buiten de randen valt, wordt
weggesneden.
Origineel: De inhoud wordt weergegeven met
dezelfde afmetingen als waarmee deze is
opgenomen.
Auto passend: De DVD-speler past het beeld aan
de afmetingen van het scherm aan.
Pan Scan: Inhoud van 16:9 wordt schermvullend
weergegeven op een scherm van 4:3. De randen
worden bijgesneden.
Tv-systeem:
De DVD-speler kan PAL- en NTSC-DVD's
afspelen. Let erop dat het weergaveapparaat het
desbetreffende systeem moet ondersteunen.
NTSC: De DVD-speler wordt ingesteld op NTSC.
PAL: De DVD-speler wordt ingesteld op PAL.
AUTO: De DVD-speler detecteert automatisch het
tv-systeem van de DVD.
22
Video-uit:
Hier kunt u de uitgang van de DVD-speler
selecteren waarop u de tv hebt aangesloten.
S-VIDEO: Voor aansluiting van de DVD-speler
via de S-Video-connector (7).
Component: Voor aansluiting van de DVD-speler
via de YPbBr (YUV)-connector (1).
RGB: Voor aansluiting van de DVD-speler via de
SCART-connector op een RGB-compatibele tv.
P-Scan: Voor aansluiting van de DVD-speler via de
YPbBr (YUV)-connector (1) met progressieve scan.
PAL-DVD's kunnen geïnterlinieerde of progressieve
inhoud bevatten. Voor geïnterlinieerde inhoud voegt
de DVD-speler voor elke ontbrekende lijn een zelf
berekende lijn toe. Voor progressieve inhoud voegt
de speler twee halve beelden op de DVD samen.
Raadpleeg ook de instelling Beeldmodus.