3.7 Condensatie
Wanneer de gehele afvoerconfiguratie meer dan 15 meter
bedraagt of wanneer men verwacht dat er anderszins
condensatie op zal treden in de afvoer, bijvoorbeeld bij lange
stukken horizontale afvoer (bijvoorbeeld
dient er in het systeem een condens afvoer, zoals geleverd
hoofdstuk 1.4
door de in
genoemde bedrijven, geïnstalleerd te
worden.
Zorg in deze gevallen altijd voor een verloop van (minimaal)
3°, ongeveer 50mm per strekkende meter, op de horizontale
gedeelten van de afvoer, zodat het water te allen tijde weg kan
stromen.
Het condensaat kan worden opgevangen in bijv. een sifonbeker
of een condensaat opvangstuk (T-vormig) met tap, zoals te zien
afbeelding 3.16
3.17,
op
en
(2). Plaats de sifons/het opvangstuk op elke laagste punt in het
kanaal en vóór de uitmonding van de PowerFan. In geen geval
mag de PowerFan het laagste punt zijn van de afvoersituatie, om
problemen en schade aan de ventilator te voorkomen.
Let op:
Het droog komen te staan van de sifonbeker kan uittreden
van rookgassen ten gevolge hebben. Om dit te verhelpen zijn er
vloeistofloze sifons.
I N STA L L AT I E H A N D L E I D I N G
H
afbeelding
in
z
(1)
respectievelijk onderdeel
3.17),
( 1 )
en
( 2 )
( 1 )
2 1
Afbeelding 3.19 - Voorbeeld aftappunt bij Hz
Afbeelding 3.20 - Onderdelen condensaat tap
( 2 )