7. Filter vervangen
Bij normale gebruiksomstandigheden moet het luchtfil-
ter na ongeveer 500 gebruiksuren c.q. een jaar worden
vervangen. Controleer het luchtfilter regelmatig (na 10
tot 12 vernevelingen).
Vervang het gebruikte filter als het verstopt of vuil is.
Vervang het filter ook door een nieuw filter als het voch-
tig is geworden.
Let op
• Probeer het gebruikte filter niet schoon te maken en
opnieuw te gebruiken!
• Gebruik uitsluitend het originele filter van de fabri-
kant, anders kan uw inhalator beschadigd raken of
is de behandeling mogelijk niet effectief genoeg.
• Repareer of onderhoud het luchtfilter niet wanneer
het apparaat door een persoon wordt gebruikt.
• Gebruik het apparaat nooit zonder filter.
Ga als volgt te werk om het filter te vervangen:
8. Reiniging en desinfectie
Vernevelaar en toebehoren
Waarschuwing
Volg de hierna beschreven voorschriften op het ge-
bied van hygiëne om gevaren voor de gezondheid te
voorkomen.
• De vernevelaar [9] en de toebehoren kunnen meer-
maals worden gebruikt. Houd er rekening mee dat
voor de verschillende toepassingsgebieden verschil-
lende eisen aan de reiniging en hygiënische zuivering
voor verder gebruik worden gesteld.
Aanwijzingen:
• Reinig de vernevelaar en de toebehoren niet mecha-
nisch met borstels en dergelijke. Daarbij kan namelijk
onherstelbare schade ontstaan en een doelgerichte,
effectieve behandeling kan niet langer worden gega-
randeerd.
• Raadpleeg uw arts over de extra eisen met betrek-
king tot de noodzakelijke hygiënische voorbereiding
(handverzorging, gebruik van medicijnen of inhala-
tie-oplossingen) bij hoogrisicogroepen (bijvoorbeeld
personen met taaislijmziekte).
• Zorg ervoor dat u het apparaat goed laat drogen na-
dat u het gereinigd/gedesinfecteerd hebt. Resterend
vocht of resterende nattigheid vergroot de kans op
het ontstaan van ziektekiemen.
Let op
• Schakel het apparaat eerst uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
• Laat het apparaat afkoelen.
1. Haal het filterdeksel [5] naar boven
toe los.
Aanwijzing
Als het filter na het verwijderen van het filterdeksel in
het apparaat blijft zitten, verwijdert u het filter met bij-
voorbeeld een pincet uit het apparaat.
2. Plaats het filterdeksel [5] na het plaatsen van een
nieuw filter weer terug.
3. Controleer of het deksel goed vastzit.
Voorbereiding
• Ontdoe alle onderdelen van de vernevelaar [9] en de
gebruikte toebehoren meteen na elke behandeling
van medicijnresten en vuil.
• Haal hiervoor de vernevelaar [9] volledig uit elkaar.
• Trek het mondstuk [12] uit de vernevelaar.
• Haal de vernevelaar [9] uit elkaar door het bovenstuk
linksom ten opzichte van het medicijnreservoir [11]
te draaien.
• Verwijder het sproeieropzetstuk [10] uit het medicijn-
reservoir [11].
• Zet het geheel later op dezelfde wijze, maar dan in
omgekeerde volgorde, weer in elkaar.
Reiniging
Let op
Voordat u het apparaat reinigt, moet het apparaat
uitgeschakeld en afgekoeld zijn en de stekker uit het
stopcontact zijn getrokken.
9