7
THUNDERBIRD BX108 Gebruiksaanwijzing
1.2.2 De achterkant
(7)
制造商:MUSIC Group Macao Commercial
(8)
Afb. 1.2: De aansluitingen aan de achterkant
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat met het
(7)
stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of het
aangegeven voltage over-eenkomt met de netspanning ter
plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient men
absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige
apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende posities
worden ingezet, om zo tussen 230 V en 115 V om te kunnen
schakelen. Denkt u er alstublieft aan, dat er bij gebruik van
het apparaat bij 115 V buiten Europa, zekeringen met hogere
waarden geplaatst dienen te worden! (Zie hoofdstuk 1.1).
Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het stroomnet
(8)
aangesloten. Een geschikte netkabel zit bij de
levering inbegrepen.
De koptelefoon sluit u aan de 6,3 mm stereo-klinkerbus
(9)
aan. Zodra de PHONES-bus wordt gebruikt, is de interne
basluidspreker uitgeschakeld.
Aan de TAPE OUT-cinch-uitgang kunt u het audiosignaal van de
(10)
BX108 afnemen, bijvoorbeeld om het op te nemen.
Via de TAPE IN-cinch-ingang kunt u een extra signaal in de
(11)
BX108 invoeren. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld met een
drum computer of een playback meespelen.
SERIENUMMER. Stuurt u ons de garantiekaart alstublieft
(12)
binnen 14 dagen na aankoop volledig ingevuld terug, aangezien
u anders de uitgebreide garantie verliest. Of u laat zich
eenvoudig online registreren (behringer.com).
Offshore Limited 中国制造
(9)
(12)
(10) (11)
2. Aansluiten
2.1 Stroomnetverbinding
Het apparaat wordt door middel van de meegeleverde netkabel
met apparaatstekker aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
2.2 Audioverbindingen
De ingang van de THUNDERBIRD BX108 is als mono-klinkerbus
uitgevoerd, de koptelefoonuitgang is een stereo-klinkerbus. Bij de
tape-in- en uitgangen hebben we voor cinch-aansluitingen gekozen.
◊
Zorgt u er alstublieft voor dat het apparaat uitsluitend
door ter zake kundige personen aangesloten en bediend
wordt. Tijdens en na het aansluiten dient men altijd op
voldoende aarding van de persoon / personen die met
het apparaat bezig is / zijn te letten, elektrostatische
ontladingen e.d. kunnen de bedrijfseigenschappen anders
nadelig beïnvloeden.