Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installeren Afvoerpijp; Vrijstaande Toepassing; Installeren Van De Bedieningsunit - Faber theMood Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor theMood:
Inhoudsopgave

Advertenties

L
fles en het toestel. Vervang de
drukregelaar om de 5 jaar.
Gebruik een goed gekeurde regelaar
volgens de lokale regelgeving. Let hierbij
op de juiste aansluitdruk!.
Gebruik alleen goedgekeurde gas-
aansluitslangen en vervang deze om de 2
jaar.
Laat gasflessen NOOIT vullen met LPG.
Laat het vullen van gasflessen over aan
een erkend vulstation.
Vervangen van de gasfles:
1. Zorg ervoor dat de gasfles in een goed
geventileerde ruimte staat, verwijderd
van ontstekingsbronnen (kaarsen,
sigaretten of andere warmtebronnen).
2. Sluit de drukregelaar op de gasfles.
Gebruik een goed passende sleutel om de
drukregelaar los te draaien.
controleer de pakkingring van de
drukregelaar.
3. U kunt nu de gasfles vervangen.
Vastzetten van de drukregelaar gaat in
omgekeerde volgorde.
Controleer alle aansluitingen en
verbindingen op eventuele gaslekkages.
Dit kunt u doen met een:
kwastje met vloeibaar
afwasmiddel en water.
spray.
gaslekzoeker.
als er belletjes ontstaan, weet u dat er een
lekkage is.
Let op: Maak de gecontroleerde
koppelingen altijd droog na controle.
6.3

Installeren afvoerpijp

Alvorens de afvoerpijp over het aansluit
stuk te plaatsten moeten de weerstand-
lippen naar buiten gebogen worden.
(zie fig.1.6) herhaal dit als de afvoerpijp
los gaat zitten.
Voor theMOOD geldt een maximale
afvoerlengte van 1.5m, Indien de
afvoerpijp gebeugeld kan worden is deze
te verlengen met maximaal 2 meter.
Verlengpijpen (1mtr) zijn te bestellen bij
uw dealer.
Bij een opstelling onder een afdak moet
er minimaal 1m. ruimte zijn tussen de
bovenkant van de afvoerpijp en het
afdak. Houdt rekening met evt.
verkleuren van materialen onder het
afdak.
9 <
<
<
<
6.4

Vrijstaande toepassing

Zie installatie eisen Hfdst.5 en installatie
instructies algemeen paragraaf 6.1
De minimale afstand tot brandbare
materialen is 30 cm aan de zijkanten en
de achterkant van het toestel.(zie fig.
2.7A) In het stralingsbereik van het glas
moet een afstand van 50cm in acht
worden genomen. (zie fig.2.7) B
6.5
Inbouwen
Zie installatie eisen Hfdst.5 en installatie
instructies algemeen paragraaf 6.1
Door de hoge temperaturen van de haard
mag deze alleen ingebouwd worden in
NIET BRANDBARE MATERIALEN (zie fig.2.7)
Laat de ombouw- c.q. boezemconstructie
niet rusten op de haard.
Voor de goede werking van de haard moet
de ombouw- c.q. boezemconstructie aan
de onderzijde van een beluchtingsopening
voorzien worden die minimaal 200cm
bedraagt en de ruimte boven de haard
dient open zijn voor ventilatie.(zie fig.
2.6)
Voor het vergemakkelijken van het
uitbouwen van de brander unit moeten de
volgende punten uitgevoerd worden:
1. verwijder definitief de brander plaat
schroeven (zie fig. 2.1)
2. zorg voor minimaal 50cm extra
kabellengte in de ombouw- c.q.
boezemconstructie.
6.6

Installeren van de bedieningsunit

Zie installatie eisen par.5.1/par.5.2 en
afbeeldingen 3.1 t/m3.6
Bepaal de plaats voor de bedieningsunit.
Trek de kabels door de opening van de
opbouwdoos.(zie fig. 3.2)
Schroef de opbouwdoos op de definitieve
plaats.
Zorg dat u in de opbouwdoos 12 cm
kabellengte heeft i.v.m. het vervangen
van de batterijen.
Plaats de metalen trekontlaster.(zie
fig.3.4)
Verbind de schakelaar met de kabel en
plaats de steker in de klem (zie fig. 3.3)
Verbind de batterijhouder met de kabel
en plaats de batterijen in de houder.(zie
fig. 3.5).
Schroef het frontpaneel op de
opbouwdoos (zie fig. 3.6)
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave