13
13.2.1
Positioneringen
Voor het positioneren kunt u de positiewaarden handmatig definiëren. Afhankelijk
van de configuratie van de aangesloten gereedschapsmachine kunt u deze posities
vervolgens automatisch laten benaderen of zelf benaderen.
De volgende parameters zijn beschikbaar:
Regeltype Positioneren
Parameter
R0
R+
R-
13.2.2
Coördinatensystemen
Voor het wisselen van een coördinatensysteem kunt u referentiepunten oproepen
uit de referentiepunttabel. Na het oproepen zal het coördinatensysteem van het
geselecteerde referentiepunt worden gebruikt.
Verdere informatie:
Regeltype Referentiepunt
Parameter
Referentiepuntnum-
mer
218
Beschrijving
Correctie van gereedschapsradius uitgeschakeld
(standaardinstelling)
Correctie van gereedschapsradius positief, de verplaat-
sing wordt met de gereedschapsradius verlengd
Correctie van gereedschapsradius negatief, de verplaat-
sing wordt met de gereedschapsradius verkort
Positiewaarde incrementeel, heeft betrekking op de
actuele positie
Doorboren zonder opgave van een positiewaarde
(alleen voor handbediende Z-as)
"Referentiepunten definiëren", Pagina 179
Beschrijving
ID uit de referentiepunttabel
Optioneel: selectie uit referentiepunttabel
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding Frezen | 07/2021
Programmering | Regeltypen