3.2 Betekenis van de LEDs
1. "Power" LED: bedrijfsspanning beschikbaar;
2. LED "IN1": er is een signaal gedetecteerd op stuuringang "IN1";
3. LED "IN2": er is een signaal gedetecteerd op stuuringang "IN2";
4. LED "Run": De gekozen functie wordt uitgevoerd;
5. LED "Setup": Het apparaat is in de setup-mode;
6. LED "Relais": het relais is aangesproken
4. Functies
De volgende functies zijn beschikbaar:
Hoofdfunctie (1)
met reset (1)
Functie 1: Vertraagd aanspreken met reset
Deze functie start als de stuuringang HIGH wordt, daarna spreekt het relais vertraagd aan.
Zodra het signaal bij IN1 naar LOW gaat, is de functie klaar en valt het relais af. Als er een
signaal op IN2 komt, wordt dit geïnterpreteerd als een reset en
Hoofdfunctie
met reset (2)