KNX
Bewegingsmelder Komfort 1,10 m, Bewegingsmelder Standard 1,10 m
-
5 functieblokken voor bewegingsregistratie met elk 2 uitgangen
-
Functieblokken omschakelbaar, bijv. voor dag-/nachtbedrijf
-
Lichtsensorfunctie met 3 grenswaarden
-
Alarmmelding bij verwijdering van buskoppeling
-
Temperatuurmeting
Functie bewegingsregistratie
De registratie van bewegingen vindt plaats volgens het "passieve infrarood"-principe ("PIR").
Het apparaat reageert in het algemeen op veranderingen van de warmtestraling in zijn registra-
tiebereik. Dit gebeurt met behulp van zogenaamde PIR-sensoren, die een hoge gevoeligheid in
het infrarode bereik hebben. De geometrie van het registratieveld wordt door een voor infrarood
licht doorlaatbaar lenssysteem gegarandeerd, dat de invallende straling op de sensoren bun-
delt. Door het lenssysteem worden zogenaamde 'registratiestralen' gevormd, waarbij bij het
betreden ervan een duidelijk signaalsprong herkenbaar wordt.
NB: De term 'registratiestraal' is de voorgestelde lijn die in de sensor begint, door het lenssys-
teem gaat en zich buiten het apparaat in een rechte lijn voortzet. Het apparaat zendt zelf geen
stralen uit.
Afbeelding 3: Warmtebeeld van een persoon en de reflectie ervan op de vloer
De registratie van warmtebronnen door een bewegingsmelder wordt door de volgende criteria
beïnvloed:
-
geometrie van het registratieveld:
een bewegingsmelder die schuin omlaag kijkt is anders dan een bewegingsmelder die
rechtuit in het oneindige kijkt (afbeelding 4).
-
Afstand tussen warmtebron en bewegingsmelder: hoe verder de warmtebron van de sen-
sor verwijderd is, des te zwakker is het op de sensor analyseerbare signaal (afbeelding 4).
-
Grootte van de warmtebron, bijv. volwassene of kind (afbeelding 5)
-
Temperatuur van de warmtebron: oppervlakken met
37 °C stralen intensiever dan die met 10 °C
(afbeelding 5).
-
Contrast tussen warmtebron en de omgeving: als de warmtebron net zo intensief straalt als
de omgeving, wordt de registratie duidelijk bemoeilijkt (afbeelding 5).
-
Bewegingssnelheid: een snel bewegend object wekt duidelijkere signalen in de sensor op.
-
Bewegingsrichting: Bij het tangentieel passeren van een registratiestraal ontstaat meestal
een sprongachtig sensorsignaal, dat goed kan worden geanalyseerd. Beweegt een warm-
tebron zich daarentegen radiaal naar de sensor toe, dan vinden de veranderingen van het
sensorsignaal eerder traag plaats. Een onderscheiding ten opzichte van de normale basis-
ruis wordt zo duidelijk bemoeilijkt.
-
Dichtheid van het registratieveld: het aantal sectoren en schakelsegmenten van het regi-
stratieveld bepaalt de dichtheid van de aftasting en zo het inschakelgedrag.
32597022
10864544
27.02.2018
3/15