Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basisfuncties Voor Verzenden En Ontvangen; Verzenden - Olivetti Fax-Lab 310 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

B
ASISFUNCTIES VOOR VERZENDEN EN ONTVANGEN
Nu uw faxtoestel een naam en een nummer heeft, is het klaar om:
documenten te verzenden (ook uitgesteld, vanuit het geheu-
gen of via de pollingmethode);
documenten te ontvangen (ook via de pollingmethode);
telefoonoproepen uit te voeren (zie het hoofdstuk "Het fax-
toestel als een telefoon gebruiken");
documenten te kopiëren (zie het hoofdstuk "Het faxtoestel
als een kopieerapparaat gebruiken").
V
ERZENDEN
W
ELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Afmetingen
Breedte
min. 148 mm - max. 216 mm
Lengte
min. 216 mm - max. 600 mm
Dikte
Van:
80 gr/m
2
(max. 15 vel)
60 - 90 gr/m
2
(max. 10 vel)
50 - 140 gr/m
2
(1 vel tegelijk)
Voor documenten die van de aangegeven formaten afwijken,
kunt u een transparante map met achterblad gebruiken.
G
EBRUIK NOOIT
Opgerold papier
Flinterdun papier
Gescheurd papier
Nat of vochtig papier
Kleine stukjes papier
Verkreukeld papier
Carbonpapier
Ter voorkoming van schade die het faxtoestel buiten werking zou
kunnen stellen en de garantie te niet zou kunnen doen, moet u er-
voor zorgen dat de documenten die u wilt gebruiken vrij zijn van:
nietjes
paperclips
plakband
natte Tipp-Ex of lijm.
In al deze gevallen moet u het document eerst kopiëren en vervol-
gens de kopie verzenden, of een transparante map met achterblad
gebruiken.
10
D
OCUMENTEN IN DE ADF STEKEN
1. Til het deksel van de ADF omhoog door uw vinger in de uitspa-
ring aan de rechter kant te plaatsen.
2. Trek de papiersteun volledig uit en zet hem rechtop, zoals in de
figuur is aangegeven.
Steek het document, zonder te forceren, in de ADF (automati-
sche invoer voor originele documenten) met de te verzenden
zijde naar boven gericht.
Op de bovenste regel van het display verschijnt :
En op de onderste regel de uitgangswaarden voor contrast en
resolutie: respectievelijk, NORMAL en
A
FSTELLEN VAN CONTRAST EN RESOLUTIE
Voor het verzenden van een document kunt u enkele af-
stellingen maken om de afdrukkwaliteit te optimalise-
ren.
Om het contrast te kiezen volgens onderstaande criteria:
NORMAL, als het document noch te licht, noch te don-
ker is. Op de onderste regel van het display verschijnt
"NORMAL".
LICHT, als het document bijzonder donker is. Op de
onderste regel van het display verschijnt "LICHT".
DONKER, als het document bijzonder licht is. Op de
onderste regel van het display verschijnt "DONKER".
Om de resolutie te kiezen volgens onderstaande criteria:
STANDAARD, indien het document gemakkelijk lees-
baar is. Op de onderste regel van het display verschijnt
een pijl die naar het symbool "
paneel wijst.
FIJN, indien het document zeer kleine tekens of teke-
ningen bevat. Op de onderste regel van het display
verschijnt een pijl die naar het symbool "
bedieningspaneel wijst.
GRIJSTONEN, indien het document schaduw bevat. Op
de onderste regel van het display verschijnt een pijl die
naar het symbool "
"
" op het bedieningspaneel wijst.
(standaard).
" op het bedienings-
" op het
" en een pijl die naar het symbool

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fax-lab 360

Inhoudsopgave