De energiemeting
Sensoren
EPGA11~16DAV3(7) + EAVZ16S18+23DA6V(7)+9W
Daikin Altherma 3 H F
4P556075-1A – 2021.09
Energiemeting
Als de energiemeting via externe energiemeters gebeurt, configureer de
instellingen dan zoals hierna beschreven. Selecteer de pulsfrequentieoutput van
elke energiemeter conform de specificaties van de energiemeters. Er kunnen tot 2
energiemeters met verschillende pulsfrequenties aangesloten worden. Als slechts
1 energiemeter of zelfs geen energiemeter wordt gebruikt, selecteer dan "Geen"
om aan te geven dat de overeenstemmende pulsinput NIET gebruikt wordt.
#
Code
[9.A.1]
[D‑08]
[9.A.2]
[D‑09]
Buitensensor
#
Code
[9.B.1]
[C–08]
Beschrijving
Elektriciteitsmeter 1:
▪
0 Geen: NIET geïnstalleerd
▪
1 1/10kWh: Geïnstalleerd
▪
2 1/kWh: Geïnstalleerd
▪
3 10/kWh: Geïnstalleerd
▪
4 100/kWh: Geïnstalleerd
▪
5 1000/kWh: Geïnstalleerd
Elektriciteitsmeter 2:
▪
0 Geen: NIET geïnstalleerd
▪
1 1/10kWh: Geïnstalleerd
▪
2 1/kWh: Geïnstalleerd
▪
3 10/kWh: Geïnstalleerd
▪
4 100/kWh: Geïnstalleerd
▪
5 1000/kWh: Geïnstalleerd
Beschrijving
Buitensensor: Als een optionele externe
omgevingssensor is aangesloten, moet het type
van de sensor ingesteld worden.
▪
0 Geen: NIET geïnstalleerd. De thermistor in de
gebruikersinterface en deze in de buitenunit
worden gebruikt om metingen uit te voeren.
▪
1 Buitenunit: Aangesloten op de printplaat
van de binnenunit die de buitentemperatuur
meet. Opmerking: Voor sommige functies
wordt nog steeds de temperatuursensor in de
buitenunit gebruikt.
▪
2 Kamer: Aangesloten op de printplaat van de
binnenunit die de binnentemperatuur meet.
De
temperatuursensor
gebruikersinterface wordt NIET meer gebruikt.
Opmerking: Deze waarde heeft alleen een
betekenis in de kamerthermostaatregeling.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10
Configuratie
|
in
de
151