BELANGRIJK! Let er bij het gebruik als bladzuiger op dat u geen nat gras of
natte bladeren opzuigt om te voorkomen dat de rotor en slakkenhuis verstopt
raken.
Wanneer u de machine als bladzuiger gebruikt, bestaat er gevaar voor het per ongeluk
opzuigen van voorwerpen die de machine kunnen verstoppen en de rotor kunnen blokkeren.
In dat geval:
▪
Schakel de motor onmiddellijk uit en verwijder de zuigpijp.
▪
Verwijder het vreemde voorwerp uit de aanzuigopening.
Controleer of niets de rotor nog blokkeert voordat u de machine opnieuw gebruikt.
10 REINIGING EN ONDERHOUD
Het herstellen/vervangen van kritische onderdelen, mag niet door de
gebruiker uitgevoerd worden. Dit moet uitgevoerd worden door een
vakbekwame technicus (professional).
10.1
Mag uitgevoerd worden door de gebruiker:
10.1.1
LUCHTFILTER (Fig. 7)
1.
Controleer regelmatig het luchtfilter. Reinig het minimaal om de 25 uren of vervang het
door een nieuw indien nodig.
2.
Open de behuizing van het luchtfilter. Klop het filter uit op een stevig oppervlak om het
stof te verwijderen. Gebruik perslucht (max. 3 bar) om vastzittend stof te verwijderen.
3.
Doe een klein beetje luchtfilterolie op het filter om de prestaties van het filter te
verbeteren. Knijp de overbodige olie uit en stop het filter in de behuizing.
4.
Sluit de behuizing van het luchtfilter.
10.1.2
BENZINE
1.
Maak de benzinetank leeg wanneer u de bladblazer/-zuiger voor meer dan 30 dagen
opbergt. Dit voorkomt dat de benzine in de tank bederft.
2.
Open de tank door de dop los te draaien. Gebruik een geschikte benzinepomp om de
tank leeg te maken.
OPMERKING: benzine bederft met de tijd. Het starten van de motor kan bemoeilijkt worden
wanneer u benzine gebruikt die meer dan 30 dagen bewaard werd. Maak altijd de benzinetank
leeg wanneer u de machine langer dan 30 dagen opbergt.
10.1.3
BOUGIE (Fig. 8)
1.
Controleer de bougie minimaal om de 25 uren. Reinig of vervang ze indien nodig.
2.
Verwijder de bougiedop door eraan te trekken.
3.
Maak de bougie los met de bougiesleutel en verwijder ze.
4.
De kleur van de elektrode moet lichtjes bruin zijn.
5.
Verwijder vuil zoals olie met een messing borstel. Forceer de borstel niet om
beschadigingen te vermijden.
6.
Droog de bougie af met een zachte droge vod als ze nat is.
7.
Controleer de vonkopening. Deze moet 0,6-0,7 mm bedragen.
8.
Vervang de bougie door een nieuwe indien u beschadigingen zoals scheurtjes of
brokkelige isolatie opmerkt.
9.
Draai de bougie met de hand vast en span ze dan aan met een bougiesleutel.
Copyright © 2019 VARO
POWPG60140
P a g i n a
| 9
NL
www.varo.com