[OPNAME] functie:
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
• De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
– Scènedetectie/[STABILISATIE]/[SLIMME ISO]/[I. EXPOSURE]/Gezichtsdetectie/
Compensatie van de achtergrondverlichting/Digitale Rode-ogencorrectie
• De statusindicator 3 brandt wanneer u
dit apparaat aan 2 zet. (Deze gaat uit na
ongeveer 1 seconde.)
(1: Ontspanknop)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Verplaats 3/4 om [INTELLIGENT AUTO] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
• U kunt snel naar Intelligente automatische functie schakelen door op [¦] A te drukken
wanneer de [OPNAME]/[AFSPELEN] selectorschakelaar ingesteld is om op te nemen.
Door [¦] opnieuw in te drukken gaat u terug naar de eerdere functie.
ñ
Basiskennis
- 32 -