Trimmen
U kunt een deel van een opgeslagen beeld uitsnijden en dit opslaan als een
nieuw beeldbestand.
Snijgebied
Weergave van snijgebied
Resolutie na
bijsnijden
•
Foto's die zijn gemaakt met een resolutie van
waarvan het formaat is ingesteld op
bewerkt.
•
De vaste breedte-hoogteverhouding van een beeld dat kan worden
veranderd, is 4:3 (voor een verticaal beeld 3:4).
•
De resolutie van een bijgesneden beeld is kleiner dan dat van het
oorspronkelijke beeld.
Selecteer [Trimmen].
●
Druk op de knop n om [Trimmen] te
selecteren op het tabblad 1. Druk
vervolgens op de knop m.
Selecteer een beeld.
●
Druk op de knoppen qr om een beeld te
selecteren en druk op de knop m.
Pas het snijgebied aan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld verschijnt linksboven
en het bijgesneden beeld rechtsonder.
●
U kunt het kader kleiner of groter maken door
de zoomknop naar links of rechts te duwen.
Met de knoppen opqr kunt u het kader
●
verplaatsen.
●
Met de knop l wijzigt u de kadergrootte.
●
In een beeld met gedetecteerde gezichten
verschijnen grijze kaders rond de gezichten
linksboven in het beeld. U kunt deze kaders
gebruiken voor bijsnijden. U kunt schakelen
tussen kaders door op de knop m te drukken.
●
Druk op de knop n.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en geef het weer.
●
Volg stap 4 en 5 op
(p. 130)
p.
130.
of
(p. 76)
of foto's
kunnen niet worden
131