Inhoudsopgave
Advertenties
Meting uitvoeren
1. Houd het apparaat in de richting van de vermoedelijke CO-
bron.
ð De meetwaarde wordt in realtime weergegeven op de
meetwaardeweergave (16).
ð Ligt de meetwaarde boven 30 ppm, klinkt een
herhalende waarschuwingstoon. Hoe hoger het CO-
gehalte, hoe sneller de toon zich herhaalt. De LED (4)
brandt rood.
ð Ligt de meetwaarde boven 200 ppm, klinkt een
ononderbroken waarschuwingstoon. De LED (4) brandt
rood.
Maximale waarde weergeven
Het apparaat kan de maximale gemeten waarde sinds het begin
van de meting weergeven. Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Druk een keer op de toets Mode (6).
ð Op het display verschijnen de indicaties MAX (9) en
REC (11).
ð Op de meetwaardeweergave (16) verschijnt de hoogst
gemeten waarde.
Meetwaarde opslaan
Het apparaat heeft een meetwaardengeheugen, dat maximaal
10 meetwaarden kan opslaan. Opgeslagen meetwaarden blijven
ook na het uitschakelen bewaard. Voor het opslaan van een of
meerdere meetwaarden, als volgt te werk gaan:
1. Druk drie keer op de toets Mode (6).
ð Op het display verschijnen de indicaties REC (11) en
geheugenplaats (12).
ð Bij de indicatie geheugenplaats (12) verschijnt de
waarde 0 of de laatste bij het oproepen van het
meetwaardengeheugen weergegeven opslagplaats.
2. Druk op de toets SEL (3), om de actuele meetwaarde op te
slaan.
Info
Het meetwaardegeheugen wordt gewist, als een
nulpunt-reset wordt uitgevoerd (zie Nulpunt-reset).
Meetwaardengeheugen oproepen
Voor het oproepen van opgeslagen meetwaarden, als volgt te
werk gaan:
1. Druk twee keer op de toets Mode (6).
ð Op het display verschijnen de indicaties MEM (13) en
geheugenplaats (12).
2. Druk een aantal keren op de toets SEL (3), tot de
geheugenplaats met het gewenste nummer wordt
weergegeven.
Alarmdrempel oproepen
De waarde voor de alarmdrempel is vastgelegd, kan echter op
ieder moment worden opgeroepen:
1. Druk vier keer op de toets Mode (6).
ð De waarde 30 ppm wordt in de
meetwaardeweergave (16) weergegeven.
8
Nulpunt-reset
Let op
De nulpunt-reset uitsluitend in de buitenlucht en dus
bij een zo gunstig mogelijke CO-concentratie uitvoeren!
Met de nulpunt-reset wordt de direct aanwezige CO-
concentratie en dus de meetwaarde als nieuwe
referentiewaarde gedefinieerd (zie ook Inschakelen). Ga hiervoor
als volgt te werk:
1. Zoek een omgeving met een geringe CO-concentratie (bijv.
de buitenlucht).
2. Druk vier keer op de toets Mode (6).
ð De alarmdrempel (30 ppm) wordt in de
meetwaardeweergave (16) weergegeven.
3. De SEL-toets (3) ca. 8 seconden ingedrukt houden, tot in
de meetwaardeweergave het cijfer 0 verschijnt.
ð Het cijfer 0 knippert zes keer.
ð Het apparaat keert terug naar de meetmodus.
ð De opgeslagen meetwaarden worden gewist.
Meettijd weergeven
Het apparaat slaat de meettijd op na het inschakelen. Ga voor
het oproepen van de meettijd als volgt te werk:
1. Druk vijf keer op de toets Mode (6).
ð Op het display verschijnt de indicatie Time (10)
ð De meettijd wordt in de meetwaardeweergave (16)
weergegeven. in het formaat uren:minuten.
Waarschuwingstoon deactiveren
1. Druk zes keer op de toets MODE (6), tot op het display de
indicatie ON of OFF verschijnt.
2. Druk op de toets SEL (3), voor het selecteren van de
gewenste Instelling.
ð Bij de instelling on is de waarschuwingstoon
geactiveerd.
ð Bij de instelling off is de waarschuwingstoon
gedeactiveerd. Op het display verschijnt de indicatie
toon uit (8).
De displayverlichting in- of uitschakelen
De displayverlichting is vanuit de fabriek uitgeschakeld.
1. Druk tijdens de normale meetmodus van het apparaat
ca. 2 seconden op de toets SEL (3).
ð De achtergrondverlichting van het display wordt in- of
uitgeschakeld.
Uitschakelen
Het apparaat heeft een uitschakelautomaat, het schakelt
zichzelf automatisch uit na 15 minuten inactiviteit.
Druk op de toets Aan-/uit (5), voor het inschakelen van het
apparaat.
gasdetector BG20
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
