Inhoudsopgave
Advertenties
Inhalator inschakelen
Ga als volgt te werk om de inhalator in te schakelen:
• Druk op de AAN/UIT-toets op de inhalator. De
AAN/UIT-toets gaat blauw branden. De inhalator
is nu ingeschakeld. Om ervoor te zorgen dat de
inhalator probleemloos werkt, moet u erop letten
dat de accu voldoende is opgeladen.
Aanwijzing
Het actuele accuniveau kunt u aflezen aan de hand
van de blauwe leds van de weergave van het bat-
terijniveau.
Er knippert 1 blauwe
led
Er brandt 1 blauwe
led
Er branden 2 blauwe
leds
Er branden 3 blauwe
leds
Er branden 4 blauwe
leds
6. Bediening
Let op
• Om hygiënische redenen moet u de vernevelaar [9]
en de toebehoren na elke behandeling reinigen en
na de laatste behandeling van de dag desinfecte-
ren.
• De toebehoren mogen door slechts één persoon
worden gebruikt; gebruik door meerdere personen
wordt afgeraden.
• Als bij de therapie meerdere verschillende me-
dicijnen na elkaar geïnhaleerd moeten worden,
moet de vernevelaar [9] na elk gebruik met warm
leidingwater worden doorgespoeld. Zie hiervoor
"Reiniging en desinfectie" op pagina 7.
• Volg de aanwijzingen met betrekking tot het ver-
vangen van het filter in deze gebruiksaanwijzing
op!
• Controleer voorafgaand aan elk gebruik van het
apparaat of de slang stevig op de inhalator [6] en
op de vernevelaar [9] is aangesloten.
• Controleer voorafgaand aan het gebruik of het
apparaat correct werkt. Schakel de inhalator hier-
voor kort in (met aangesloten vernevelaar, maar
zonder medicijnen). Als er lucht uit de vernevelaar
[9] komt, werkt het apparaat.
= accu is bijna leeg,
inhalator wordt spoe-
dig uitgeschakeld.
= accucapaciteit 25%
= accucapaciteit 50%
= accucapaciteit 75%
= accucapaciteit 100%
6.1 Inzetstuk van de vernevelaar aanbrengen
• Open de vernevelaar [9] door het bovenstuk links-
om ten opzichte van het medicijnreservoir [10] te
draaien. Breng het inzetstuk van de vernevelaar
[11] in het medicijnreservoir [10] aan.
• Zorg ervoor dat de kegel voor de medicijngeleiding
goed op de kegel voor de luchtgeleiding in de ver-
stuiver is bevestigd.
6.2 Vernevelaar vullen
• Vul het medicijnreservoir [10]
direct met een isotone zou-
toplossing of met het medicijn.
Zorg ervoor dat u het reservoir
niet met te veel zoutoplossing
of medicijn vult. De maximaal
aanbevolen inhoud bedraagt 6
ml!
• Gebruik medicijnen alleen vol-
gens de aanwijzingen van uw
arts en vraag naar de voor u
geschikte inhalatieduur en -hoeveelheid!
• Als de voorgeschreven hoeveelheid van het
medicijn minder dan 2 ml bedraagt, vult u deze
hoeveelheid met een isotone zoutoplossing aan
tot minstens 2 ml. Viskeuze medicijnen moeten
eveneens worden verdund. Neem hierbij ook de
aanwijzingen van uw arts in acht.
6.3 Vernevelaar sluiten
• Sluit de vernevelaar [9] door het bovenstuk rechts-
om ten opzichte van het medicijnreservoir [10] te
draaien. Let daarbij op een goede verbinding!
6.4 Toebehoren met vernevelaar verbinden
• Verbind de vernevelaar [9] met het gewenste toe-
behoren (mondstuk [12], masker voor volwassenen
[13], masker voor kinderen [14] of neusstuk [15]).
Aanwijzing
Inhaleren via het mondstuk is de meest effectieve
behandelingsvorm. Het gebruik van het inhalatie-
masker wordt alleen aanbevolen als het gebruik van
een mondstuk niet mogelijk is (zoals bij kinderen die
nog niet via het mondstuk kunnen inhaleren).
Als u het masker voor volwassenen [13] gebruikt,
kunt u dit aan uw hoofd bevestigen met de beves-
tigingsband voor het masker voor volwassenen. Er
is ook een bevestigingsband beschikbaar voor het
masker voor kinderen [14].
• Trek de vernevelaar voorafgaand aan de behande-
ling naar boven toe uit de houder [4].
• Start de inhalator met de AAN/UIT-schakelaar [1].
6
10
11
Advertenties
Inhoudsopgave
