•
Zorg voor goede ventilatie van de werkomgeving. Bij het lassen komen gassen vrij
die een gevaar zijn voor uw gezondheid.
•
Las niet op containers of buizen die brandbare vloeistoffen of gassen bevatten of
hebben bevat (gevaar voor brand of explosies).
•
Las niet op materialen die zijn schoongemaakt met licht ontvlambare vloeistoffen of
op geverfde oppervlakken (kans op vrijkomende gevaarlijke gassen).
•
Werk niet in een vochtige of natte omgeving en las niet in de regen.
•
Bescherm altijd uw ogen met de bijgeleverde laskap.
•
Gebruik handschoenen en beschermende kleding die droog zijn en niet gedrenkt
zijn met olie of vuil.
•
De af te bikken slak is soms gloeiend heet en kan lelijke oogverwondingen
veroorzaken tijdens het verwijderen. Draag altijd een veiligheidsbril en
handschoenen.
•
Tijdens het lassen kan de ultraviolette straling uw huid verbranden. Zorg dus voor de
juiste beschermende kleding.
•
Uw lasapparaat is beveiligd tegen overbelasting. Dus wordt het lasapparaat bij
overbelasting automatisch uitgeschakeld. Na voldoende te zijn afgekoeld schakelt
het lasapparaat zich automatisch weer in.
•
Tijdens het lassen en afkoelen kan uw werkstuk door spanningen vervormen. Houd
daar rekening mee.
•
Alleen de meegeleverde laskabels mogen gebruikt worden (rubberen laskabels, Ø
10 mm
).
2
•
In ruimtes met brand- en explosiegevaar gelden bijzondere voorschriften.
•
Lasverbindingen die aan grote belastingen zijn blootgesteld en aan specifieke
veiligheidseisen moeten voldoen, mogen alleen door speciaal opgeleide en
gediplomeerde lassers worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn: drukketels, looprails,
trekhaken enz.
•
Attentie! Sluit de massaklem altijd zo dicht mogelijk bij de lasplek aan, zodat de
lasstroom de kortst mogelijke weg van de elektrode naar de massaklem kan volgen.
Verbind de massaklem nooit met de buitenkant van het lasapparaat! Sluit de
massaklem nooit op geaarde voorwerpen aan die ver van het werkstuk verwijderd
zijn, zoals bijvoorbeeld een waterleiding in een andere hoek van de ruimte. Anders
kunnen beschadigingen ontstaan aan de aardleiding in de ruimte waarin u last.
•
De beveiliging van de toevoerleidingen naar de stopcontacten moet aan de
voorschriften voldoen (VDE 0100). Stopcontacten mogen met hoogstens 16A
gezekerd worden door middel van stoppen of automaten. (Types en technische
gegevens: RT14-20, Ø 10 x 38, 400 V 16A wisselstroom. IEC 60269. Trage werking.
Fabrikant: Chint.) Hogere zekeringen kunnen brand in de leidingen en brandschade
aan het gebouw tot gevolg hebben.
Elektrische veiligheid
Zet het apparaat onmiddellijk uit bij:
• Storing in de netstekker, netsnoer of snoerbeschadiging.
• Defecte schakelaar.
• Rook of stank van verschroeide isolatie.
Topcraft
NL
7