Gebruiksaanwijzing
FC785 PC-interface
3.6
HET LOG SCHERM
De log grafiek beslaat een tijdschaal van minimaal een dag en maximaal een week. Het
venster bevat twee selectie tabellen. De eerste is de tabel met beschikbare waarden en
de tweede is de lijst met geselecteerde waarden. Met de knoppen met de pijlen links en
rechts kunt u waarden van de ene naar de andere tabel verplaatsen.
Wanneer een waarde in de rechter tabel staat worden de gegevens direct in de grafiek
getoond.
De geselecteerde waarden worden tussen verschillende sessies per paneel onthouden.
Door met de muis een kader om een gebied in de grafiek te trekken wordt dit gedeelte
uitvergroot weergegeven. Door met de rechter muisknop in de grafiek te klikken wordt de
volledige grafiek weer getoond.
De log functie kent drie strategieën om gegevens die op dezelfde tijd coördinaat
terechtkomen weer te geven, te weten, het tonen van de maximale, minimale of
gemiddelde waarde. De te volgen strategie kunt u selecteren met de meest rechtse
selectie lijst.
Met de knoppenbalk kunt u achtereenvolgens het log venster sluiten, de log grafiek
afdrukken, de periode wijzigen, uitzoomen naar de maximale grootte en de instellingen
wijzigen.
In het instellingen scherm kunt u de datum selecteren waarvan u de log gegevens wilt
bekijken. De tijdschaal rekent vanaf deze datum terug.
In het instellingen scherm kunt u de benamingen van de sensoren en uitgangen een
anderen naam geven, zo kan van "Sensor 1" bijvoorbeeld de naam "Regelvoeler 1"
worden gemaakt. Let op! Iedere sensor moet een naam hebben en deze mag niet meer
dan eens in de lijst voorkomen. Bij verschillende besturingen kan dezelfde naam wel
voorkomen, dus u kunt bij elke besturing een sensor "Regelvoeler 1" definiëren.
Ook kunt u hier van elke sensor de kleur kiezen. Dit doet u door op de knop wijzig kleur
te drukken. Tenslotte is het temperatuurbereik van de verticale as in te stellen. De
instellingen worden per besturing bewaard echter de definitie van de kleuren zijn voor
iedere besturing gelijk.
3.7
DE MODEM DIALOOG
In de modem dialoog kan een telefoonnummer worden ingevoerd, wanneer u een andere
PC wilt bellen. U drukt dan op de knop bellen. De andere computer moet echter eerst
wel dezelfde dialoog hebben geactiveerd en voor de knop Gebeld worden hebben
gekozen. (Zie onderstaande figuur)
De computer waar het netwerk op aangesloten is moet de selectie knop Netwerk PC
geactiveerd hebben en de andere computer moet de selectie PC op afstand hebben
geselecteerd. Deze opties selecteert u in het configuratiescherm op het communicatie
tabblad.
De knop om de modem dialoog te activeren geeft tevens de modem status aan. Er zijn
drie verschillende statussen:
- een rode telefoon op de haak:
- een groene telefoon op de haak:
- een rode telefoon van de haak:
Document nr. : 001357
Klant : VDH
de modem is vrij voor gebruik,
de modem wacht op een bel signaal,
de modem heeft verbinding of is bezig verbinding
te maken.
Versie : 1.1
Pagina : 11 van 16