Advertenties
Montagehandleiding zoldertrap 2-delig hout, type 1180
1
Afb. 9
- ligt de ondertrap niet in één lijn met de boventrap, maar gaat deze rechter staan (de trap
is dan te kort; afb. 15), laat dán het bovenste trapdeel in de hoeksteunen met sleufgaten
zakken (max. 25 mm, zie afb.12). Draai de schroeven niet meer dan 360 graden tegen
de klok in!
- Draai de schroeven weer vast. Niet forceren of doordraaien! Vast is vast!
Niet voldoende? Dan is er nog één EXTRA stelmogelijkheid.
- draai de stelbouten (afb. 13) in (rechtsom) totdat de trap op de grond staat en de bomen
in 1 lijn staan (afb. 15).
Is de trap te lang? (afb.15)
- de zwarte rolletjes/aanslagnokken rusten niet op de ijzers / trapboomgeleiders.
- verzeker u ervan dat het trapdeel overeenkomt met de werkelijke plafondhoogte.
- het trapdeel behoeft niet ingekort te worden. In plaats daarvan kunt u de stelbouten in de
zijarmen uitdraaien totdat de bomen in 1 lijn staan (zie afb.15).
- beide stelbouten dienen de zijarmen altijd te ondersteunen. Dit om het luik op te vangen
en om doorbuigen te voorkomen.
- gebruik de trap niet of kort deze in, indien deze niet geschikt is voor het aangegeven be-
reik.
- mocht u besluiten om de trap toch in te korten (omdat de trap bijvoorbeeld niet geschikt
is voor uw plafondhoogte), dan gaat dit als volgt:
- zorg dat de treden van het bovenstuk waterpas staan zoals eerder aangegeven.
- meet de afstand tussen de aanslagnokken en de metalen trapboomgeleiders.
- verwijder de kunststof voetjes en zet deze afstand uit op het onderstuk als aangegeven
in afb. 15 punt 3 en zaag het overtollige stuk af.
Let op!
- de 1e optrede mag niet kleiner zijn dan de helft van de volgende optrede (afb. 13a)
- controleer de stand van de trap nogmaals en corrigeer deze zoals aangegeven bij 'te
lang' of 'te kort'.
- het kan zijn dat de vergrendelingsnokken aan de onderzijde van de trap moeten worden
opgezet. Zie hiervoor afbeelding 15.5.
- draai de reeds gemonteerde schroeven waar de trap mee op het luik bevestigd is hand-
matig vast. Niet forceren of doordraaien! Vast is vast!
- de rolletjes/aanslagnokken van de ondertrap dienen te allen tijde op de trapboomgelei-
ders te rusten.
- de treden van de ondertrap dient bij de overlapping met de boventrap op gelijke hoogte
te zijn om een veilig gebruik van de trap te garanderen. Dit kan alleen door de rolletjes/
aanslagnokken op de trapboomgeleiders te laten rusten.
- draai nu de meegeleverde plastic haak op de stok. Draai het schroefoog aan de onder-
zijde van het luik in de sluiting totdat deze de schoot laat intrekken. Indien het schroef-
oog te ver wordt gedraaid zal de schoot van de sluiting niet volledig achter de schoot
vallen.
L2 ≥ 0,5 L1
L1
L2
Afb. 13a
3
EN 14975 2010;12
4
2
Afb. 10
A
Afb. 12
2
Afb. 13
Afb. 14
6
Afb. 11
1
5
7
Advertenties
