Inhoudsopgave
Advertenties
Als de hoogte van de te meten spanning vóór het meten niet bekend
is, stel de Functie/Bereik-schakelaar dan in op het hoogste bereik en
stel vervolgens een steeds lager bereik in totdat u de gewenste
resolutie heeft bereikt.
3. Sluit de meetkabels aan op de te meten belasting.
4. Lees de waarde uit op het LCD-display. Voor het meten van
DC-spanning wordt ook de polariteit van de rode
meetkabelaansluiting weergegeven.
Opmerking:
Meet geen DC-spanning boven de 250V en meet geen AC-spanning
boven de 250V rms, ook niet als de meter deze waarden kan meten, om
elektrische schokken en beschadiging van de meter te voorkomen.
Stroom meten
1. Sluit de zwarte meetkabel aan op de "COM"-aansluiting. Op alle
modellen behalve DIGI8901 en DIGI8902: sluit de rode meetkabel
aan op de "mA"-aansluiting als de te meten stroom lager is dan
200mA. Als de te meten stroom tussen de 200mA en de 10A ligt,
sluit de rode meetkabel dan aan op "10A"-aansluiting.
Sluit op modellen DIGI8901 en DIGI8902 de rode meetkabel aan op
de "A"-aansluiting als de te meten stroom lager is dan 2A. Als de te
meten stroom tussen de 2A en de 10A ligt, sluit de rode meetkabel
dan aan op "10A"-aansluiting.
2. Stel de Functie/Bereik-schakelaar in op het gewenste "
voor het meten van DC-stroom of in het gewenste "
voor het meten van AC-stroom.
3. Schakel de stroom naar het te meten circuit uit. Ontlaad alle
condensatoren.
4. Onderbreek het te meten circuit en sluit de meetkabels in serie met
het circuit aan.
13
"-bereik
"-bereik
Advertenties
Inhoudsopgave
