1 Inbouw van de DL met zelftappers voor plaatdikte
1 mm.
▷ Schroeven voor DL 1 – 3E: Ø 3,5 x 8 mm of
Ø 4 x 8 mm.
Schroeven voor DL 5 – 50E: Ø 3,5 x 16 mm of M4.
▷ Houder, zie pagina 5 (Toebehoren).
49,5 (1.9")
DL 1 – 3E
ø 2,7 x 8
(ø 0.11" x 0.3)
ø 3,5 x 8
(ø 0.14" x 0.3)
44,5 (1.7")
DL 5 – 50E
64 (2.5")
ø 2,7 x 16
(ø 0.1" x 0.6)
ø 4,2 (ø 0.16")
53,7 (2.1")
61,5 (2.4")
Slangen aansluiten.
▷ Slangaansluiting Ø 6 mm (0,236").
▷ Max. inlaat- of verschildruk, zie pagina 5
(Technische gegevens).
Overdruk
Onderdruk
Verschildruk
ø 6,1 (ø 0.24")
Testaansluiting voor de drukmeting
DL 5 – 50E..P: op aansluiting 5 kan een meetapparaat
aangesloten of kan de keteldruk opgevraagd worden.
▷ Wanneer aansluiting 5 voor de drukmeting ge-
ø 6,1 (ø 0.24")
Bedraden
▷ Als de DL..G ooit een spanning van > 24 V en
45 (1.8")
Om ervoor te zorgen dat de DL tijdens bedrijf niet
beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet
worden:
–
–
▷ Bij kleine schakelvermogens zoals bijvoorbeeld
1 Installatie spanningsvrij maken.
NL-3
NC
NO
4
3
5
bruikt wordt, moet de afsluitdop van 5 naar
omgezet worden.
een stroom van > 0,1 A geschakeld heeft, is
de gouden laag op de contacten weggebrand.
Daarna kan het apparaat alleen nog maar voor
dat vermogen of voor hogere vermogens wor-
den gebruikt.
OPGELET
Schakelvermogen in acht nemen, zie pagi-
na 5 (Technische gegevens).
Voor de bedrading platte AMP stekkers gebrui-
ken.
bij 24 V, 8 mA, in silicone- of oliehoudende lucht
wordt de inzet van een RC-element (22 Ω, 1 μF)
aanbevolen.
C = 1 µF
NO
2
NC
1
COM
R = 22
COM
3