Beladingstest
Toon aan dat het hefapparaat 100% van zijn
SPECIFICATIES) met behulp van een werkelijke last of via een vergelijkbare simulatie.
Maak gebruik van de volgende methode voor het testen met een werkelijke last:
1) Plaats een testlast met geschikte L
ondersteuning. Zorg ervoor dat de last rechtop staat.
2) Breng de vacuümzuigvlakken op de last aan zoals eerder aangegeven.
3) Wanneer de vacuümpomp is gestopt, zet u de voedingsschakelaar van het hefapparaat in de
UIT-stand (
).
4) Breng de last een minimale afstand omhoog om zeker te zijn dat deze door het hefapparaat
wordt gedragen.
5) Houd de last 5 minuten vast. De last mag in deze periode niet verschuiven of vallen. Als dit
wel gebeurt, voer dan een V
onder O
NDERHOUD VACUÜMZUIGVLAKKEN
op die u aantreft en test het hefapparaat opnieuw.
A
CCUTEST
Met een accumeter kunt u bepalen of de accu over voldoende
restcapaciteit beschikt voor het heffen. Controleer de accurestcapaciteit
vóór elke heftaak en eveneens aan het einde van elk dagelijks gebruik
om te bepalen of opladen noodzakelijk is (zie A
Gebruik het hefapparaat nooit indien de
accurestcapaciteit minder dan 50% is (alleen rode
lampjes lichten op).
Wanneer de voedingsschakelaar in de AAN-stand (
automatisch de accurestcapaciteit (tenzij het hefapparaat in de stand-bymodus staat).
Als de voedingsschakelaar in de UIT-stand (
is), kan de accurestcapaciteit handmatig worden gecontroleerd met behulp van de
accutestschakelaar.
23
19
De ASME-norm B30.20 vereist dat het hefapparaat wordt getest tot 125% van zijn maximale draagvermogen.
20
Platte hefapparaten zijn vrijgesteld van deze vereiste.
21
De acculader moet worden losgekoppeld van de AC-voedingsbron om de accurestcapaciteit te kunnen testen; omdat anders
de aangegeven restcapaciteit op de accumeter niet nauwkeurig is.
22
Om echter een onnauwkeurige aflezing te voorkomen, schakelt de accumeter tijdelijk uit wanneer de vacuümpomp werkt.
Wanneer de pompcyclus is afgerond, heeft de accumeter even tijd nodig om te stabiliseren, voordat deze opnieuw een
nauwkeurige waarde van de restcapaciteit weergeeft.
23
Als het hefapparaat niet is gebruikt nadat de accu werd opgeladen, kan de accumeter een foutieve restcapaciteitswaarde
aanwijzen die hoger is dan de werkelijke waarde, vanwege 'oppervlaktelading' in de accu. Wanneer de pomp ongeveer één
minuut heeft gewerkt, is de oppervlaktelading verdwenen en kan de operator weer een nauwkeurige restcapaciteitswaarde
aflezen.
Rev 1.1/11-14
ASTEIGENSCHAPPEN
uit en controleer elk vacuümzuigvlak zoals aangegeven
ACUÜMTEST
:
Z
u
i
g
v
l
a
k
k
e
Z
u
i
g
v
l
a
k
k
e
CCU OPLADEN
) staat (of het hefapparaat in de stand-bymodus
29
m
a
x
i
m
a
l
e
d
r
a
a
g
v
e
r
m
a
x
i
m
a
l
e
d
r
a
a
g
v
e
r
(zie BEDOELD GEBRUIK) op een stabiele
20
n
c
o
n
t
r
o
l
e
r
e
n (zie verderop). Los elke storing
n
c
o
n
t
r
o
l
e
r
e
n
verderop).
21
) staat, controleert de accumeter
m
o
g
e
n kan tillen (zie
m
o
g
e
n
22
P1-DC2: #35112DCH
19