O
nderhOud
De werking van de rookgas- en lucht-
drukschakelaars controleren
Voorwaarden:
Gereedschap en materiaal:
î Manometer (meetbereik tot min. 10 mbar [1000 Pa])
Controleprocedure:
Deze procedure moet worden
î
uitgevoerd terwijl de ketel (en
de regelaar) in bedrijf zijn en
het voorpaneel geopend is.
Raak tijdens het uitvoeren van deze
procedure de hoogspanningsver-
bindingen niet aan en raak even-
min componenten binnen in de ke-
tel aan met een nat lichaamsdeel.
1.
Maak de slang (
drukschakelaar (
afgebeeld. Laat het andere uiteinde van de
slang aangesloten aan de drukschakelaar.
2.
Sluit een T-stuk aan op de slang (
3.
Sluit de manometer aan op een van de
T-stukverbindingen.
1
Afb. 33. De werking van de rookgasdrukschakelaar en luchtdrukschakelaar controleren
I-62
ON
) los die naar de
2
) gaat, zoals hieronder
1
).
2
2
4.
Rookgasdrukschakelaar:
de slang terwijl die op de sensor en het
meettoestel is aangesloten.
5.
Luchtdrukschakelaar: Zuig aan de slang
terwijl die op de sensor en het meettoestel is
aangesloten.
6.
Controleer of de rookgasdrukschakelaar
wordt geactiveerd op de ingestelde druk (zie
volgende tabel) en of de regelaar foutcode
Rookgasdruk-
schakelaar
Luchtdrukschakelaar
193 weergeeft
7.
Vervang de drukschakelaar in geval van storing.
Vervolgtaken:
1.
Sluit de slang (2) weer aan op de juiste plaats,
zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
2.
Controleer of de aansluiting niet lekt.
3.
Plaats alle verwijderde toegangspanelen terug.
Zie "De toegangspanelen verwijderen en
installeren" op pagina I-32.
Blaas
lucht
N 280 FS
N 570 FS
N 420 FS
N 840 FS
10 mbar
10 mbar
[1000 Pa]
[1000 Pa]
6 mbar
7 mbar
[600 Pa]
[700 Pa]
1
2
B-070343_NL • C
in