3. Ontkoppel de inlaatslang (C) om
zeker te zijn dat het apparaat
helemaal leeg is.
Vang de vloeistof die uit de
inlaatslang komt in een bak op.
4. Voer als het apparaat leeg is de
volgende stappen uit:
a. Sluit de inlaatslang aan.
b. Sluit de aftapkraan.
c. Sluit de handmatig bediende
9.4
De Y-zeef (filter) reinigen
Stel voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren het apparaat buiten werking.
Zie paragraaf
1. Verwijder de dop (A). Gebruik
hiervoor een 22 mm steeksleutel.
2. Verwijder het filterelement (B) van de
dop.
3. Reinig het filterelement met water.
4. Plaats het filterelement terug in de
dop.
5. Controleer of de Y-zeef omlaag
gericht is geplaatst.
6. Draai de dop tot de juiste
koppelwaarde vast: 15 Nm.
74.358_00 - 28.04.2021
ontluchtingsklep.
9.3
.
Opmerking:
Controleer of de O-ring
(C) correct op de dop is
geplaatst.
C
B
C
A
Onderhoud
39