na aanbrengen van de PTH de omliggende dwarsliggerverdeling worden hersteld tot waarden hoh
60 of 75cm +/- 5cm,
In het geval dat de PTH op de plaats van een bestaande dwarsligger komt, in de baan zoveel ka-
belkoker verwijderen als nodig om PTH te kunnen plaatsen en bestaande kabelkoker weer aan te
sluiten op de nieuwe locatie waar de kabels de baan kruisen. Indien nodig na aanbrengen PTH de
omliggende hoh dwarsliggerverdeling wat aanpassen tot hoh 60 of 75cm +/- 5cm.
6. Als er voldoende ruimte vrij is gemaakt, breng de PTH aan in de baan en monteer deze aan
de spoorstaaf met de bijbehorende spoorstaafbevestiging garnituur;
7. De PTH is nu berijdbaar met spoorgebonden materieel;
8. Voer de kabels, voorzien van flexbuis, door de PTH;
9. Breng de kopschotten (zie voor details paragraaf 3.7) aan op de koppen van de PTH;
10. Sluit aan weerszijden van de PTH de beoogde kabelkoker aan – houd bovenkant kabelkoker
gelijk met bovenkant PTH + houd 1,5cm (zie voor details paragraaf 3.7) speling tussen kop-
schotten en kabelkoker vanwege het mogelijk nog (na)lichten en schiften spoor;
11. Sluit de lange opening aan de zijkant van de PTH af;
12. Vul het ballastbed voldoende aan voor herstelwerk aan de spoorligging;
13. Breng het spoor op de gewenste geometrie / herstel de spoorligging naar de gewenste geo-
metrie;
14. Herstel het ballast dwarsprofiel naar OVS niveau;
15. Voer een eindcontrole uit op de ligging van de PTH en aansluitende kabelkoker als het spoor
meer dan 5cm is geschift en / of gelicht;
3.5
Aanbrengen of verwijderen van kabels
Om individuele zettingverschillen tussen kabelkoker en PTH op te vangen dienen alle kabels eerst in
een of meerdere flexbuizen te worden aangebracht voordat de kabels in de PTH worden aangebracht.
Om de kabels zonder knippen in de flexbuis te brengen is deze voorzien van een snede in lengterich-
ting van de buis (zgn. ritsbuis). De strekkende lengte van iedere flexbuis bedraagt 4,5m. Breng de
flexbuis zo aan dat hierdoor de flexbuis aan beide kanten 1m uit de PTH steekt, zodat zettingverschil-
len ruimschoots opgevangen kunnen worden en slijtage van kabels ter plaatse van de overgang PTH
naar kabelkoker wordt voorkomen.
Aan een kant van de PTH bevindt zich een opening die is afgedekt met drie hoekstalen deksels. Door
deze opening kunnen de kabels .
3.6
Afronden van de installatie
Aan de beide kopse kanten van de PTH dient men afneembare stalen kopschotten aan te brengen,
welke geschikt zijn voor het betreffende type kabelkoker. In deze schotten bevindt zich een opening
voor de doorvoer van de kabels. Voor diverse typen kabelkokers zijn aparte kopschotten beschikbaar
bij de leverancier waarvan de opening en de onderlinge afstand van de vleugels is afgestemd aan de
inwendige breedte van de aansluitende kabelkoker.
3.7
Nadere informatie installatie van de PTH
3.7.1
Speelruimte tussen de PTH en kabelkoker
Zowel in nieuwbouwsituaties als in bestaande situaties zal men ter plaatse van iedere aansluiting
tussen PTH en aansluitende kabelkoker een ruimte van 1,5 cm moeten vrijhouden zodat er voldoende
stelmogelijkheid overblijft om het spoor in de toekomst te kunnen schiften. Indien men de PTH toepast
ter vervanging van een bestaande kabelkoker onder het spoor, moet er 2530mm van de bestaande
betonnen kabelkoker worden verwijderd. Een grotere ruimte tussen PTH en aansluitende kabelkoker
is onwenselijk in verband met mogelijke vervuiling van de kabelkoker.
Installatievoorschrift
Holle stalen dwarsligger
versie
xxx
ISVxxxxx
pag. 7 / 10