7. Reinigen en bewaren
Een regelmatige reiniging is noodzakelijk voor een hygiënische, probleemloze werking.
De luchtreiniger kan met slechts enkele handelingen en zonder gereedschap uit elkaar worden gehaald om
te worden gereinigd.
Leeg en reinig de luchtreiniger volledig als u het met water gevulde apparaat langer dan drie dagen niet
hebt gebruikt.
Bij onvoldoende reiniging en hygiëne kunnen bacteriën, algen en schimmels in het water ontstaan.
Reservoir spoelen
Spoel eens per 2 weken het reservoir met helder water. Bij sterk vervuilde omgevingslucht, intensief gebruik
of verminderde kwaliteit van het water, dient u de luchtwasser vaker, met kortere tussenpozen, te reinigen .
Verwijder eventuele afzetting in het reservoir indien nodig met een kunststof borstel.
De ventilatoreenheid reinigen
De ventilatoreenheid kan met een vochtige doek worden afgenomen. Zorg er echter voor dat tijdens het
reinigen geen vocht in de ventilatoreenheid terechtkomt.
De behuizing reinigen
Voor eenvoudig reinigen van de behuizing, kunt u de ventilatoreen-
heid ontkoppelen. Schuif daartoe de 4 ontgrendelingsschuiven naar
buiten en neem vervolgens de ventilatoreenheid van zijn plaats.
Let op: wanneer u de ventilator neerlegt, zorg er dan voor dat u deze
niet boven op de waterstandsensor legt.
De bevochtigingschijven en het reservoir reinigen
U kunt de bevochtingsschijven en het reservoir met een
vochtige doek afnemen, maar u kunt deze onderdelen ook
eenvoudig in de vaatwasmachine plaatsen voor een gron-
dige reiniging.
Neem de bovenklep van het reservoir, haal de bevochtigings-
schijven eruit en zet deze in de vaatwasser. Ontkoppel de wa-
terstandsensor (afbeelding 1) en verwijder deze (afbeelding
afbeelding 2
afbeelding 1
2). Als er niet genoeg ruimte is in de vaatwasmachine, kunt u
bijvoorbeeld het bestekkorfje uit de vaatwasmachine halen. Zorg er bij het plaatsen wel voor dat de bevochtigings-
schijven en het reservoir niet ingeklemd worden of verbogen raken.
Stel de vaatwasmachine in op een programma voor glas reinigen (vaak een kort programma) en schakel het
programma in. Haal bij voorkeur de onderdelen weer uit de machine voordat deze begint aan het droogpro-
cedure. De temperatuur van programma mag niet hoger zijn dan 50 °C. Hogere temperaturen kunnen leiden
tot mogelijke vervorming van de kunststof onderdelen.
Neem het apparaat pas weer in bedrijf wanneer de buitenzijde van het reservoir volledig droog is.
De waterstandsensor reinigen
U kunt de onderste helft van de waterstandsensor reinigen door middel van een reinigingsbad, bijvoorbeeld
met BeurerAntical. Zorg er daarbij wel voor dat de bovenste helft van de sensor niet in contact komt met
aggressieve reinigingsmiddelen. Reinig de waterstandsensor niet in de afwasmachine.
De bevochtigingschijven en het reservoir ontkalken
Afhankelijk van de hardheid van het water en indien nodig moeten de bak en de bevochtigingsschijven worden
ontkalkt om de werking van de luchtreiniger te behouden.
Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbaar ontkalkingsmiddel en neem daarbij de aanwijzingen op het
etiket in acht.
Aanwijzing: lichte kalkaanslag op de bevochtigingsschijven vergroot de vernevelingscapaciteit.
8