4.3
Geluidsemissie en vibratie [EN 50144]
Geluidsdrukniveau
dB(A)
88
5.0
Ingebruikname
Controleer of de nominale spanning (netspanning) overeenstemt met de aangegeven spanning op het
typeplaatje.
Bevestig de kernboormachine en de wateropvanginstalatie op de boorstandaard met terugloopblokkade.
De boorstandaard moet over een zo groot mogelijke stabiliteit beschikken en moet precies en zonder
speling bestuurd kunnen worden. Let erop dat de as van de kernboormachine parallel aan de as van de
boorstandaard verloopt.
Boorkroon installeren en toerental instellen. Aanwijzingen voor het instellen vindt u op pag.12.
Watertoevoer aansluiten. Opgelet: de maximale waterdruk van 3 bar beter niet overschrijden.
De
kernboormachine
veiligheidsschakelaar met het net verbonden.
Gebruik alleen 3 aderig verlengkabel met een voldoende diameter. Een te zwak kabel verliest teveel
cappaciteit waardoor de motor en de kabels oververhit kunnen raken. Een verlengkabel moet met een
overbelastingsschakelaar uitgerust zijn.
Aanbevolen leidingdiameter:
Nominale stroom = 10,5 A
Kabellengte
Leidingsdiameter
Zorg bij het boren voor voldoende koelwater. Gebruik alleen zuiver leidingwater, geen smerig rioolwater.Ga
bij het boren zorgvuldig te werk en overbelast de machine niet. (U werkt beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogen.)
8
Geluidsvermogenniveau
wordt
via
de
FI-schakelaar
m
7,5
2
mm
2,5
dB
101
en
gecodeerde
15
25
2,5
2,5
Vibratie
2
m/s
< 2,5
stekker
(1h)
30
45
2,5
2,5
of
PRCD
60
4